zaterdag 31 mei 2008


KNOOPKRUID (Deel 1: bloem)


Niet ver van de vorige plant vandaan stond ook deze plant, een neefje ervan om zo maar te zeggen, van hetzelfde plantengeslacht.

De Nederlandse naam Knoopkruid ontleent ie aan het feit dat er onder de bloem een "knoop" zit, waarschijnlijk is dat het restant van de bloemknop.

Ik kwam de plant ooit voor het eerst tegen, eind jaren 70, in natuurpark Dartmoor in Devonshire, een graafschap in het zuidoosten van Engeland.

Later kwam ik em ook in Nederland tegen en zeldzaam is ie niet echt maar toch kan ik niet zeggen dat ik em de laatste jaren veel ben tegengekomen in deze contreien en ik vond het daarom erg leuk em weer eens te zien en nog in flinke aantallen ook, waarvan morgen acte.

Knopkruid heeft een hele reeks van Latijns-wetenschappelijke namen (daar zal vast wel een reden voor zijn) waaronder:
Centaurea Jacea,
Centaurea Pratensis,
Centaurea Nigra,
Centaurea Debeauxii,
Centaurea Microptilon
en
Centaurea Angustifolia.

GROTE CENTAURI


Deze zeer exorbitante bloem vond ik ook langs het dijkje en ik had zoiets nog nooit gezien. Qua uiterlijk zou je haast niet verwachten dat zo'n plant in Nederland voorkomt, maar dus toch wel :)

De bloem is vrij groot, inclusief de franje-achtige uitsteeksels wel zo'n 6 a 8 centimeter breed.

Het is een lid van het Centauri geslacht (qua Latijns-wetenschappelijke naam) waarvan ook de plant in het volgende bericht een vertegenwoordiger is; het Knoopkruid.

Er schijnt al bij voorbaat onder buitenstaanders ongeloof te bestaan dat ik het bij het rechte end heb qua soort. Vandaar dat ik link naar een aantal betrouwbare websites waarop er ook foto's van te zien zijn:
http://wilde-planten.nl/grote%20centaurie.htm

Wat ik me afvraag is hoe dit plantengeslacht aan zijn wetenschappelijke naam komt ? In de Griekse mythologie zijn Centaurs immers half paard half mens achtige wezen. Met het lijf van een paard en i.p.v. een Paardennek en kop, het torso van eens mens (man). Welke associatie of wat dan ook er tussen deze wezens en het plantengeslacht bestaat is me totaal bijster.

De plant is in Nederland behoorlijk zeldzaam maar hier in de oostelijke rivierengebied schijnt ie weer wat in opmars te zijn, maar hij staat nog steeds wel op de Rode Lijst, ook in Belgie.

Grote Centauri = Centaurea Scabiosa.


EEN CLADONIA KORSTMOS


Hier de continuering van een serie foto's die ik afgelopen woensdagmiddag 28 mei heb gemaakt, van voornamelijk planten, met uitzondering van deze foto.

Want korstmossen zijn geen planten maar een combinatie van een Schimmel tesamen met een Alg.

Al eerder heb ik er over geschreven en foto's van getoond, maar dat waren er allemaal soorten die inderdaad een korstachtig uiterlijk hadden.
Maar er bestaan ook korstmossen met een totaal ander uiterlijk. Een geslacht met soorten die de vorm hebben van slangetjes, buisjes, kokertjes en bekertjes. Dat geslacht heet Cladonia en wereldwijd bestaan er rond de 350 soorten van, waaronder er 50 ook in Nederland voorkomen. 20 daarvan staan op de Rode Lijst.

Ze groeien vooral op de heide, in duinen en zandverstuivingen en ook het dijkje waar ik die van bovenstaande foto vond is zeer zanderig.

Ik wist van het bestaan maar dit was de eerste keer dat ik er een in het echt zag. Ze zijn piepklein maar toch heb ik de foto niet super closeup gemaakt want door de kiezelstenen die er omheen liggen kan je zelf de afmetingen ervan inschatten.

Tot slot, ik weet helaas niet welke soort het is. Wie het wel weet verzoek ik dit te melden via een reactie hieronder.


JONGE REUZENBALSEMIEN


Min of meer toevallig krijg ik juist vandaag een foto van An van jonge Reuzenbalsemienen. Dat sluit dus mooi aan bij het laatste bericht van gisteren. An heeft deze plant in grote getale in de achtertuin.

Net als Klein Springzaad (in het vorige bericht) komt ook deze van origine uit de Himalaya en Noord India. De plant is in Europa geintroduceerd rond 1930, maar ikzelf kan ik me herinneren dat ie in de 70er jaren pas echt in veel tuinen opdook.

Het ironische was dan dat de buren em dan volgend jaar vanzelf ook hadden :) Zoals ik al eerder schreef kunnen
de zaden heel ver wegspringen en die zaadjes zijn blijkbaar ook zeer kiemkrachtig. Door die manier van zaden verspreiden wordt ie ook wel Springbalsemien genoemd.

Veel mensen, inclusief ikzelf, weren em vanwege die woekerzucht uit hun tuin. Door die woekerzucht is ie dus intussen ook verwilderd, daar schreef ik in het vorige bericht ook al over.

Anderzijds zijn het ook hele slappe, "waterige" planten, de stengels zijn hol en bij een flinke windvlaag kunnen ze omwaaien of anders toegetakeld worden. Eigenlijk durf ik van planten (dus ook van bomen) wel te beweren dat alles wat snel groeit vrij slap is.