dinsdag 18 september 2007


BOOMBAST

Van Platanen en in het algemeen

Gisteren kwam er een anonieme reactie op het 2e bericht over Plataan bomen. Die over de 3 soorten en het feit dat ze goed tegen luchtvervuiling kunnen. De reactie is in het Engels en een citaat uit een Engels boek. Auteur en titel zijn keurige vermeld, maar het is nogal moeilijk Engels en daarom zal ik het al vertalend samenvatten en grijp ik ook de gelegenheid aan om het over boombast in het algemeen te hebben.

De Engelses auteur heeft het over hybride Plataan bomen (dat moet dus de Gewone Plataan zijn) die het ondanks de "smog" in London zo goed doen. De schilferige Plataan boombast die zichzelf regelmatig ververst (lees: ervan afvalt) de schadelijke stoffen "filtert" en zich er zo van ontdoet. De auteur stelt dat dit geen moderne aanpassing is van de hybride soort omdat ook de voorouders van deze bomen (dus de Westerse en Oosterse Plataan) ook al dat afweer-mechanisme hebben, en dat die boomsoorten al langer bestaan dan steden en luchtvervuiling.

Boombast in het algemeen bevat diverse vitale functies en bij veel soorten barst de bschors door de groei van de boom in de dikte. Sommige boomsoorten hebben eigen mechanismes die het barsten van de schors voorkomen. Voorbeelden daarvan zijn Berkenbomen, die ook een deel van hun bast verversen via de bekende witte horizontale velletjes die loslaten. Een Kurkeik bijv. krijgt een hele dikke bast waarvan kurk gemaakt wordt. Beuken hebben weer een heel dunne gladde bast die echter zeer gevoelig is voor "zonnebrand".

Voor wie meer wilt lezen over de vitale functies van boombast verwijs ik naar: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boombast#Intern

Nog een weetje over biologische onkruidbestrijding. Als je in het voorjaar op kale grond (tussen de planten die je zelf kweekt) een flinke laag gemalen boomschors strooit krijgt onkruid geen kans. Kleine kiemende plantjes kunnen daar niet doorheen komen, want er komt ook geen licht en lucht doorheen. Ik heb er geen persoonlijke ervaringen mee, maar het klinkt aannemelijk. Wel heb ik mijn twijfels bij de bewering dat je na een paar jaar strooien van gemalen boomschors helemaal nooit meer onkruid krijgt.

Ook wil ik nog wijzen op een tweetal reacties op het eerste bericht over Hazelaar bomen. Die reacties gaan juist over Beukennootjes en grote Beukenbomen in 's-Hertogenbosch. Ik was juist van plan om over dat onderwerp te gaan schrijven, alsook over een aantal andere soorten Eikenbomen dan de reeds eerder genoemde Zomereik.

BLOEI GESTREEPTE DOVENETEL


Hierbij weer eens een bericht over een plantje in mijn tuin. Een plantje dat zeker een favoriet van me is en uit zichzelf opgedoken is en dat ik dus aanzag voor een inheemse / wilde plant. Ik dacht steeds dat het een Gevlekte Dovenetel was, maar intussen vermoed ik dat het een verbasterde variant ervan is die ook aangeboden wordt als sierplant. Dat is de Gestreepte Dovenetel die als Latijns-wetenschappelijke naam Lamium Maculatum Variegatum heeft; dat als 3e toegevoegde woord bepaalt het onderscheid tussen de Gevlekte en Gestreepte. De Gestreepte heeft i.p.v. "vlekken" een witte streep op de hoofdnerf van het blad. De Gestreepte verwildert gemakkelijk en zo is ie, denk ik, ook in mijn tuin terechtgekomen, want een poosje geleden al zag ik dat deze Gestreepte ook in een door de gemeente aangelegde plantenbak in een straat verderop staat. De zaden worden verspreid door mieren en verder heeft de plant wat kruip neigingen met bovengrondese uitlopers. Hij kan bloeien in de periode april t/m november en bij mij doet ie dat dus in medio september. De bloemen zijn groter dan die van de algemene Paarse Dovenetel. Behalve deze Getreepte bestaan er nog minstens 10 andere gekweekte varianten van de inheemse Gevlekte Dovenetel.

KRUISSPIN IN SCHAGEN


Een bekend verschijnsel in de herfst zijn ook altijd de Kruisspinnen. Latijns-wetenschappelijke naam Araneus Diadematus. Waar ze zich gedurende de rest van het jaar bevinden en wat ze dan doen, of dat ze misschien maar heel kort leven is mij niet bekend.

Ze komen vooral in tuinen voor vanwege de schaduw en de geringe wind waardoor ze hun web gemakkelijk kunnen spinnen. Dat web spinnen ze iedere dag opnieuw, wat ze ongeveer 20 minuten kost. Ook spannen ze hun web vrij hoog omdat ze vooral vliegende insecten vangen. Dit i.t.t. de meeste andere spinnensoorten die hun web laag spannen om insecten die op de grond leven te vangen. Als ze op prooi wachten zitten ze altijd ondersteboven, of duidelijker gezegd met hun kop naar beneden. Niet alle draden van het web zijn kleverig, sommige draden zijn dat niet omdat de spin ze als eigen "wegen" gebruikt. Als ze een prooi vangen wordt die vaak eerst ingesponnen tot een pakketje wat pas later leeggezogen wordt.

De vrouwtjes zijn veel groter dan de mannetjes en ten tijde van de paring laat het mannetje de draden trillen om aan te geven dat hij geen prooi is. Na de paring wordt het mannetje nogal eens opgegeten. Dus dat komt niet alleen voor in horror B-films :) Sterker nog, het komt zelfs voor dat het mannetje de eitjes nog aan het bevruchten is terwijl ie al opgegeten wordt.

De foto is gemaakt door An uit Schagen.