woensdag 12 maart 2008


STRANDVONDST BEKEND

Deel 3 (schelp & rol in het ecosysteem)


Foto van An van schelpen van de Amerikaanse Zwaardschede.


De lengte van de schelpen is 15 a 16 centimeter. Ze kunnen maximaal 18 centimeter worden.

Bovenaan de buitenzijde van een schelp. De okerbruine kleur is een half transparant velletje van hoornachtige materiaal dat er als een lege schelp lang in de de branding ligt en langs zandkorrels schuurt ook loslaat.

Onderaan de binnenzijde van een schelp met zijn beide kleppen. De twee kleppen zitten aan elkar met vlezige, hoornige scharnieren. Als de schelp vers is kan je de twee kleppen nog veel van elkaar buigen maar dat spul droogt uit en wordt van bruin tot zwart en wordt keihard, waardoor ze bij een poging tot buigen meteen van elkaar los breken.

De schelp is dus het restant van het dier dat overblijft nadat het eigenlijke dier dood is.

De foto bij het bericht van 5 maart toonde dus het eigenlijke inwendige dier (wel dood) en hierboven op de foto dus het uitwendige, de schelp oftwel het exo skelet.
________________________________________________

De voornaamste natuurlijke vijand van Mesheftachtige schelpdieren is de zee-eendensoort de Eidereend. Die dus soms juist overleeft doordat deze exotische schelpsoort her en der zo massaal voorkomt. Meer hierover is te vinden op:
http://www.visserijnieuws.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=13479&Itemid=54
en
www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_562JVP?Opendocument

Eidereenden slikken het dier inclusief schelp in een keer door. Doordat de schelp van Mesheften vergeleken met die van andere schelpen vrij dun is, en dus gemakkelijk breekt en de schelp ook veel vlees bevat, meer dan in bijv. mosselen die ze ook wel eten.

Eidereenden (of Eiders) zijn vrij zeldzaam. Het zijn vrij grote eenden, groter dan de Wilde Eend, wit met zwart. Zie
http://www.vogelvisie.nl/soort/eider.php

Ze worden al decennia bedreigd in Nederland (waar het eigenlijk ook geen inheemse diersoort is) door:
* mechanische schelpdiervangst (tot de exotische Amerikaanse Zwaardschede redding bracht)
* door olievervuling
* vroeger ook omdat hun dons veel gebruikt werd voor de vulling van kussens (is dus niet alleen het bekende Ganzendons).

Eidereenden komen als broeders eigenlijk alleen nog maar voor in het Waddengebied, in Zeeland zijn ze zo goed als uitgestorven.


STRANDVONDST BEKEND

Deel 2 (visserij op het dier)

Een ander aspect van Ans vondst is toch ook nog steeds waarom ze er zoveel exemplaren van vond en waarom alleen het inwendige van het schelpdier.

Als levende dieren leven ze water tot 50 - 80 centimeter diep vlakbij zandstranden waar ze zich verticaal in het zand ingraven. Ze leven van plankton dat ze tesamen met het water via een "sifon" (zuigbuis) naar binnen werken. Uit het water filteren ze dus het plankton maar halen daar ook zuurstof uit.

Als schelpen (dus de overblijfselen van dode dieren) spoelen ze soms massaal aan. Zie o.a. de foto halverwege de pagina van www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i003555.html

Dat An ze dus zo massaal zonder schelp vond kan alleen maar het resultaat zijn van visserij op deze schelpen.
Het wordt om 2 redenen gedaan:

1. Voor menselijke consumptie.
2. Voor gebruik als aas voor het vissen op zeevis.

NB 1a.

Met name in landen als Frankrijk, Italie en Spanje en Portugal gelden ze als delicatesse. Ze worden zowel door amateur als professioneel "gevangen".Liefhebbers "vangen" de dieren door ze uit te graven bij laag water (zie citaat hieronder) en ik heb ergens gelezen dat ze dan ter plekke gekookt worden.
Ik las ergens op een website (waar ik verder liever niet naar toe link):

"Je kunt ze zelf steken, meestal met een riek, maar soms kun je ze zelfs gewoon met de hand uit het zand halen."

NB 1b.


In met name de provincie Zeeland zijn er ook bedrijven die ze als handelswaar aanbieden, zowel voor menselijke consumptie als als aas en zelfs als geurstof voor op andere soorten aas. Zie
www.zeevisland.com/Informatief/mesheften.htm

Ze komen in Zeeland met name in de Grevelingen voor wat bij mijn weten toch niet echt zeewater / zout water is maar brak water.

NB 2.

In Zeeland en de Waddenzee worden Mesheft schelpen (met name deze soort) ook door wedstrijdvissers gebruikt als aas. Met name Visoorten als Zeebaars, Zeekarper en Kabeljauw schijnen er dol op te zijn. Zie
www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i003555.html
Maar ook de protesten hiertegen steken al de kop op. Zie
www.waddenzee.nl/Singlearchive.Verzet_tegen_extra_visserij_zwaardschede.1381+M5210b23f9b9.0.html?&tx_ttnews%5BpS%5D=1199033945

Wat An dus op het strand gevonden heeft is waarschijnlijk een emmertje aas dat door wedstrijd zeevissers over boord zal zijn gegooid (een "educated guess").

STRANDVONDST BEKEND

Deel 1 (het diersoort zelf)

Intussen is bekend wat het raadselachtige "ding" op het strand is wat An had gevonden en gefotografeerd. (Zie bericht met foto van 5 maart.)

An en ik waren op het idee gekomen om de foto toe te sturen aan experts en te vragen wat zij dachten dat het was. We hebben de foto toegestuurd aan Stichting ZeeInZicht, een samenwerkingsverband van diverse natuurorganisaties zoals Stichting EcoMare, Stichting Noordzee, Imares Texel, etc.

We kregen als antwoord dat het "ding" het inwendige is van het tweekleppige schelpensoort dat Amerikaanse Zwaardschede heet.
(Latijns-wetenschappalijke naam: Ensis Americanus (Gould, 1870)).

Het onderste deel van het ding op de foto is de sterk gespierde voet van het dier. Dat kan ie als ie de schelphelften opent naarbuiten steken en zich ermee voortbewegen en ook ingraven in de zeebodem waar ze zich altijd leven en via een extra orgaan plankton uit het water filteren.


Bij deze hartelijk dank aan de mensen van Stichting ZeeInzicht en met name Imares Texel, die de foto bestudeerd hadden.

Zoals de naam al zegt is het geen inheemse soort maar afkomstige van de Atlantische kust van Noord Amerika. Het dier is sinds 1985 vrij algemeen in Nederland en verdringt zelfs inheemse soorten van de Mesheften zoals deze groep langwerpige tweekleppige schelpdieren heten.


Deze exotische soort is voor het eerst waargenomen in Europa in 1979 in Hamburg Duitsland. De larven waren via het ballast water in schepen, hier terecht gekomen. Langzaam verspreidde de soort zich en komt nu tot op de Franse kusten voor.