dinsdag 1 juli 2008


DUIZENDBLAD

MET LICHTROZE BLOEMEN


Zoals ik vandaag ook begon, met een overgebleven foto zo sluit ik nu ook af met een overgebleven foto van 15 juni.

In veel plantengidsen en flora's zie je het wel vermeld maar in het echt zie je het maar zelden, namelijk dat Duizendblad in plaats van witte ook lichtroze bloemen kan hebben.

Ik vond er enkele exemplaren van langs het Kraaikampen pad in het Westerpark.

UITGEBLOEID ROBERTSKRUID

MET RODE BLAADJES


Ook deze foto heb ik vanmiddag gemaakt in mijn tuin. Op de foto gaat het me vooral om de rode verkleuring van de bladeren van Robertskruid waarvan de meesten uitgebloeid zijn.

Tesamen met de Grote Brandnetel, de slingerende Wingerd en dit Robertskruid zijn het tesamen met Citroenmellise (= Melissa Officinalis) (een overblijfsel van de vorige bewoners van het huis) zijn het de 4 meest woekerende planten in de tuin.

Rechtsboven in het midden zijn ook een paar stengels van Citroenmelisse te zien. Over die plant ook nog eens meer informatie.

Een poosje geleden beweerde ik ook nog dat Hondsdraf uit mijn tuin verdwenen was en vanmiddag viel ze me toch weer in het oog. Hoewel ze aan de late kant zijn duiken ze nu toch nog piepklein op, en ook mijn bewering dat het Vijfvingerkruid nog volop aanwezig is maar niet meer bloeit blijkt ook niet waar. Al zijn er maar enkele bloemetjes aan slechts enkele plantjes, ze zijn er nu wel en misschien binnenkort ook meer.


GROTE BRANDNETEL IN BLOEI


Ik heb al veel vaker geschreven dat ik enorm veel Brandnetels in de tuin heb en pas nu na ruim een jaar blog een foto ervan, nu ie bloeit. De foto heb ik slechts een kwartier geleden gemaakt.

Brandnetels zijn Brandnetels denkt vrijwel iedereen, maar er zijn twee soorten, de Kleine en de Grote.

Die in mijn tuin is de Grote Brandnetel (= Urtica Dioica).

Dat is de meeste taaie en woekerende van de twee want dit is een meerjarige (vaste) plant die een enorm wortelstelsel heeft van dikke horizontale worteltakken. Zolang die in de grond blijven zitten overleven ze, zelfs in strenge winters. Je kan em als onkruid uit wieden zovaak als je wilt, zolang er ook maar een stukje wortel blijft zitten in de grond blijft ie keer op keer terugkomen.

Behalve dat de Grote Brandnetel zoals de naam al zegt groter is (tot ruim een meter hoog) dan de Kleine Brandnetel (= Urtica Urens) zijn er nog meer verschillen:

- de Grote is meerjarig, de Kleine is eenjarig (en daardoor gemakkelijker te "bestrijden").
- de Grote heeft tweehuizige bloemen en de Kleine eenhuizige.

De Grote heeft groenachtig, mannelijke bloemen en vormen lange overhangende katjesachtige bloeiwijzen, langer dan de bladsteel, vrouwelijke bloemen vormen kleine kluwens, later gaan ze hangen.

De Kleine heeft allerlei nuttige eigenschappen, zo werden de stengelvezels vroeger gesponnen en geweven tot neteldoek. Tegenwoordig worden ze grootschalig op biologische wijze verbouwd in o.a. de Noordoostpolder om van de vezels alternatieve kleding te maken, zie o.a.:
In het voorjaar kan uit jonge scheuten brandnetelsoep worden bereid. Voor het recept zie:

Maar je kunt ze ook koken als groente; een soort alternatieve spinazie.

En in biologische winkels is er ook kaas te koop die gekruid is met Brandnetel maar welk van de 2 soorten daarvoor gebruikt wordt weet ik niet.

Ook zijn verdroogde planten een prima veevoer.

SLANGENKRUID # 2


Op 23 juni al vond ik Slangenkruid in het wild op het spoordijkje en toonde de foto ervan in een beicht van 26 juni.

Dit zijn nog enkele exemplaren, door iemand zelf in diens voortuintje geplant op het Sint Luciaplein.

Deze foto is ook een overgebleven foto van afgelopen 11 juni.