zondag 9 september 2007


KASTANJES: HERINNERINGEN

MIJN BOOM

Zoals ik een poosje geleden al aankondigde bij deze een bericht uit mijn herinnering over natuur en eigen tuin vroeger, en daarin speelt de Paardenkastanje een centrale rol. Als zoon van een vader die vroegere landarbeider en later hoofd van de plantsoenendienst was van een gemeente op het meest noordelijke eiland van Zeeland (Schouwen Duiveland) zaaiden mijn vader en ik als peuter of kleuter een kastanje en vader vertelde dat dat "mijn boom" zou worden. Hoe oud ik precies was weet ik niet meer, 3, 4 of 5, iets dergelijk (ergens tussen 1961 en 63 dus). Wel dat het linksachter in de tuin was en vlakbij een vroeger varkenshok. In vroeger tijden kochten plattelandsmensen daar in het vroege voorjaar een big en mesten die vet en die werd dan later geslacht voor eigen consumptie, maar dat is van voor mijn tijd. Het ouwe hok werd zogenaamd mijn hut en er zat maar een klein raampje in, het stonk er enorm en er zaten heel veel spinnen en een rat had ik er ook wel eens gezien. Ik kwam er zelden binnen en vriendjes moesten er ook niks van hebben. Desondanks werd het hok pas later afgebroken. Dat was voor de aanleg van riolering in het dorp. Voorheen had iedereen een sceptic tank die om de paar jaar werd leeggepompt. Voor de aanleg van die riolering werd evenwijdig aan de achtergevels van de huizen een brede gleuf gegraven en daardoor moest de tuinen kaal / leeg gemaakt worden en bomen moesten weg, dus ook "mijn boom". Hoe oud ik toen was weet ik wederom niet meer, ik denk ergens tussen de 7 en 10 (periode 1965 - 1968). De kastanjeboom die toen al een aardig boompje was werd toen verplant naar een plek rechts voorin de tuin, pal achter de schuur en achteraf veel te dicht bij het hekwerk van de erfscheiding met de buren.

EIGEN TUIN

Bijkomstigheid van de verplanting was dat ik in een vierkant stuk grond van ongeveer 5 x 5 meter er een eigen stuk tuin bij kreeg waar ik kruiden verbouwde maar ook wilde planten. Voorwaarde die pa stelde was dat ik het onkruid binnen de perken hield, dus niet op zijn deel van de tuin oversloeg en dat mijn deel ook niet te wild werd. Als wilde planten had ik soorten als Hondsdraf, Vijfvingerkruid, Bosaardbei, Sint Janskruid, Watermunt en mijn favoriete en niet bepaald algemene plant Agrimonie. In die tijd heb ik een uitgebreide zelfstudie gedaan naar keuken- en medicinale kruiden, maar ook kruiden die geschikt waren om thee van te trekken. Bij dat laatste was Watermunt een favoriet van me, die vond ik lekkerder dan Pepermunt en Kruizemunt. Ik droogde de kruiden ook op professionele wijze (een verhaal apart, mocht iemand nieuwsgierig zijn dan schrijf ik dat op verzoek ook nog wel eens op) zodat ze een jaar lang bruikbaar bleven.

Na de verplanting sloeg de Paardenkastanje boom goed aan en groeide als kool :) Hij toornde al snel boven het dak van de schuur uit en verder, en zo rond mijn 16e of 17e (1974 / 1975) droeg ie de eerste kastanjes. Zoals ik al eerder schreef zijn het snelle groeiers en dus is het ook erg zacht / slap hout, vergelijkbaar met het hout van Wilgen en Populieren (= Abeelen). In de tijd dat de boom behoorlijk groot werd begon de buurman met de tuin ernaast te protesteren tegen mijn vader want de boom wierp inderdaad een schaduw in de tuin van de buren maar ze hadden daar toch geen behoefte om speciale zonmimmende planten of groenten te verbouwen, dus werd het protest weggewimpeld. De boom stond op ongeveer een meter van de erfscheiding en dat is volgens de wetten van kadaster verboden; bomen moeten op minstens twee meter van de scheiding staan. De boom heeft nog jaren op die plek gestaan en kastanjes gedragen. Toen ik naar 's-Hertogenbosch was verhuisd was en ik weer een keer thuis kwam bleek mijn pa toch onder de druk van de buurman bezweken en had de boom omgezaagd dan wel gerooid (dwz. ook de wortels verwijderd). Welk van die twee weet ik niet meer, alleen dat ie het van de bast ontdane onderste deel van de stam had bewaard als een soort hakblok annex zit-object. Ik nam het mijn vader behoorlijk kwalijk want ik beschouwde het echt als "mijn boom" en dacht als een soort heidens bijgeloof dat het lot van de boom verbonden was met mijn eigen lot.

VAKANTIEWERK

Nog een bewijs dat Kastanjes erg gemakkelijk kiemen trof ik aan op een biologische boomkwekerij in het dorp waar ik gedurende diverse zomers minstens een maandlang vakantiewerk deed. Doordat de kwekerij biologische was bestond het werk vooral uit onkruid wieden want er groeiden een aantal sterk woekerende planten die kleine boompjes konden verstikken. Een ander deel van het werk was het vastbinden van boompjes aan bamboe stokken wat met raffia gedaan werd. Veel boomsoorten en heesters werden klein gekocht bij een andere kweker en alleen groot gebracht. Slechts weinig boomsoorten werden zelf gezaaid, een daarvan was de Paardenkastanje, waarvan ik het waarom niet begreep. De Kastanjes werden gewoon met een kruiwagen in een houten bak op de grond gekiept, echt in lagen boven op elkaar en zelfs zonder ze te bedekken met grond en verdomd ze kiemden nog ook. Zodra er een flinke kiem aan was gekomen werden ze uitgeplant, werk dat de vakantiewerker helaas niet mochten doen. Ik noemde al dat ik het waarom niet begreep want iedereen kan een Kastanje met resultaat zaaien. Achteraf was het misschien een speciaal ras waar ik pas recentelijk over gelezen heb, n.l. een ras dat geen Kastanjes draagt en dat daarvoor speciaal gekweekt is met de bedoeling om ze op plekken aan te planten waar auto's geparkeerd staan. Als Kastanjes uit de boom vallen op een dak of moterkap van een auto kunnen ze n.l. flinke deuken veroorzaken.

Geen opmerkingen: