maandag 12 mei 2008


ONBEKENDE ZWEEFVLIEG


Toen ik gisteren in het noordelijk deel van 's-Hertogenbosch was ben ik ook weer eens gaan kijken in natuurgebied De Heinis dat eigendom is van het Brabants Landschap.

Het ligt langs een zeer oude dijk (de Hervense Dijk uit de 14e eeuw) en hoewel het niet echt een moeras is zijn er wel diverse watertjes en planten en dieren die graag in een dergelijk biotoop leven. Die watertjes zijn Wielen, restanten van dijkdoorbraken van de Maas van eeuwen geleden.

Ik heb er een heel aantal foto's gemaakt waarvan ik er in de komende dagen nog een aantal zal publiceren.

Veel autochtone kruidachtige planten weer, maar omdat het vorige bericht ook al over een Insekt ging begin ik nu met deze foto.

Een Zweefvlieg maar vraag me niet welk soort. Er bestaan heel veel soorten van en het is echt een specialisme om ze van elkaar te onderscheiden.

Op het eerste gezicht lijken Zweefvliegen op Wespen maar Zweefvliegen zijn totaal onschuldig als ik het goed begrepen heb.

RUPS (VAN GROTE BEER ?)



An heeft gisteren in haar tuin op jonge bladeren van een Balsemien deze dikke harige Rups gefotografeerd.

Ik weet zelf vrijwel niks van Insekten dus ben ik eens online op zoek gegaan en denk gevonden te hebben van welk Insekt de Rups is, n.l. van een Grote Beer Vlinder, een Nachtvlinder die ook overdag actief is.

Check maar eens op deze links:
www.vlindernet.nl/vlindersoort.php?vlinderid=495

Het meest word ik nog gesterkt in de veronderstelling dat de Rups van een Grote Beer is omdat ik her en der lees dat de Rups witte stippen aan de zijkant heeft (en verder ook de stekels die borstels worden genoemd, maar dat laatste hebben meer Rupsensoorten). En ook las ik dat deze Rupsen op warme voorjaarsdagen vaak te zien zijn, zonnend en foeragerend zo luidde de tekst.

Ook las ik dat de Grote Beer in Nederland best veel voorkomt. De Vlinder ziet er dermate fraai uit en dat in combinatie met het feit dat ik em zelf nooit gezien heb, vermoedde dat het iets heel bijzonders was. Maar dat valt dus nogal mee / tegen ? :)

Verder stuurde An me vorig jaar (voordat de blog ueberhaupt bestond) al eens een foto van een fraai uitziende Vlinder waarvan we met moeite wisten te achterhalen wat het was. Ik ben die foto en de emails erover intussen kwijt maar er staat me bij dat dat een Grote Beer Vlinder was.

Het is in de vorm van een Rups dat deze Vlinder dat winter doorkomt, van september tot juni, dus dat klopt ook wel.

Tot mijn verbazing vond ik eigenlijk best veel info (websites) over Vlinders en Rupsen online.

Een aantal van die sites heb ik zojuist aan de blog toegevoegd, en minstens een van die sites levert zelf ook weer diverse links naar andere sites over dit onderwerp.

zondag 11 mei 2008


DONKERPAARSE AKELEI


Vanwege het zeer mooie weer op deze 1e Pinksterdag wilde ik de binnenstad vanwege het jazzfestival ontvluchten en fietste ik richting Noord en kwam in de buurt bij vrienden waar ik ff ging aanbellen.

En wat zie ik daar ? : alsof de duvel er mee speelt, een hardstikke donkerpaarse Akelei waarvan ik pas sinds een paar dagen het bestaan weet.

Op deze foto kan je de bladeren nog wel goed genoeg zien om te zien dat die van een Akelei zijn, maar ook hier heb ik me weer op de bloem geconcentreerd.

DONKERROZE AKELEI



Ik schreef het al eerder. n.l. dat ik ook nog een derde nog meer donkerroze Akelei in mijn tuin heb.

Daarvan hierbij een closeup van de bloemen die, zoals ik al eerder schreef een heel andere vorm hebben. Om juist die afwijkende vorm te tonen ging het dus ten kost van een foto van de gehele plant waarop ook de bladeren onderaan te zien zijn.

Maar geloof me, die bladeren zijn precies hetzelfde en je moet het maar van de aannemen, ook dit is echt een Akelei.

ROZE AKELEI (Deel 2)


Hierbij een detail opname van dezelfde Akelei plant als in het vorige bericht.

ROZE AKELEI (Deel 1)


Een paar dagen geleden schreef ik al over de verschillende kleuren van de bloemen van de Akeleien in mijn tuin.

Hierbij eentje die meer lichtroze bloemen heeft dan het andere exemplaar dat vrijwel wit is. Vanmiddag, zaterdag 10 mei gefotografeerd.

Ik had deze al eerder gezien en dacht dat ik maar 2 exemplaren in mijn tuin had maar heb vanmiddag een 3e ontdekt op een veel schaduwrijker plek waardoor ik em op dat moment niet goed kon fotograferen. Hopelijk lukt dat in de komende dagen nog.

Dat exemplaar heeft een veel donkerder kleur roze maar veel opvallender is nog de flink andere VORM van de bloemen. Dat dat toch ook een Akelei is is te zien aan de bladeren onderaan de plant.

zaterdag 10 mei 2008


REDACTIONEEL > REACTIE

(Grote Ratelaar i.p.v. Wolfspoot)

Er is zojuist een reactie geplaatst bij het bericht met foto van een plant uit het Westerpark.
Zie: http://wildetuinen.blogspot.com/2008/05/jonge-wolfspoot-ook-deze-groep-kleine.html

Ik twijfelde over het soort plant, ik vroeg mij af of het misschien een piepjonge Wolfspoot was maar nee, degene die reageerde meldde dat het een jonge Grote Ratelaar is.

De plant hoort bij de Helmkruid familie (waarover binnenkort meer).

Wat ik nog vergeten was te melden in het oorspronkelijke bericht: ik vond de plant op de foto op hetzelfde zuidelijke perceeltje in het Wsterpark als waar ik ook de Orchissen vond.

Volgens http://wilde-planten.nl/grote%20ratelaar.htm is het in Nederland een beschermde plant. In Belgie staat ie op de Rode Lijst van Vaatplanten; in Vlaanderen heeft ie de status KWETSBAAR, in Wallonie ERNSTIG BEDREIGD.

Volgens http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Rode_Lijst_%28planten%29 staat ie in Nederland NIET op de Rode Lijst.

Qua naamgeving in Latijns-wetenschappelijke termen kom ik tegenstrijdige informatie tegen:

Volgens zowel http://wilde-planten.nl/grote%20ratelaar.htm en http://www.kuleuven-kortrijk.be/bioweb/?lang=nl&detail=787&titel=grote%20ratelaar%20-%20Rhinanthus% is de Latijns-wetenschappelijke naam Rhinanthus Angustifolius.

Volgens 2 andere plantengidsen die ik heb heeft ie andere namen:
- In Elseviers Plantengids uit 1975 wordt ie Rhinanthus Glaber (Major) genoemd.
- In Nieuwe Plantengids van Trion Natuur uit 2007 heet ie Rhinanthus Serotinus (schoenb.).

In beide gidsen wordt ie eigenlijk alleen omschreven als bijkomstige omschrijving bij het soort de Harige (en / of Gekamde) Ratelaar.

Lekker duidelijk allemaal :)

Misschien toch maar eens de echt wetenschappelijke Heukels Flora van Nederland aanschaffen (23e bijgewerkte druk uit 2005.)

TWEE KLEUREN BLOEMEN

(Deel 3)


























Hier een closeup opname (ook weer van An) van dezelfde boom waarop een soort litteken aan de stam beter te zien is.

Zeg nu zelf, lijkt dit niet verdacht veel op een litteken van een wond, kijk maar eens naar deze foto van zo'n oculatie: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/9/9d/Okulera.jpg

2 KLEUREN BLOEMEN

(Deel 2)


Zolang er geen andere dingen bekend worden blijf ik bij mijn speculatie dat het herbij gaat om een geoculeerde boom. Het litteken op de boomstam op deze foto (uiteraard weer van An) duidt er sterk op.

Straks nog een closeup opname.

Hier kan je meer vinden over het oculeren van bomen:
En van ons aller Wikipedia :)

TWEE KLEUREN BLOEMEN

(Deel 1)


Deze foto stuurde An me al op 2 mei. Het opvallende eraan is dat deze boom 2 kleuren bloemen heeft, raar dus, maar evenzeer een uitdaging om eens uit te zoeken hoe zoiets kan.

Zowel An als ikzelf wilden eerst het mysterie oplossen maar dat is nog niet helemaal gelukt en dat is ook een van de redenen dat deze foto nog niet eerder op de blog is geplaatst.

Een bijkomstige reden was dat ik nogal wat opgespaarde foto's nad van kruidachtige planten uit het Westerpark in 's-Hertogenbosch en die wilde verdelen en niet allemaal op 1 dag publiceren.

Om te beginnen dacht ik meteen aan een siervorm van een een fruitboom (Appel, Peer, Pruim, Kers, etc.). Ook vermoedde ik al snel dat het om een geente boom ging maar een typisch geeente boom is het evenmin. Totdat me te binnen schoot wat ik in mijn jeugdjaren mijn vader wel eens had zien doen en dat is een variant op enten namelijk oculeren.


Dat is het maken van een kleine insnijding maken in de stam van een jonge boom en daar een takje induwen van een verwant soort boom. Dat wordt voornamelijk bij echte fruitbomen gedaan vanwege het fruit zelf maar blijkbaar ook in het geval van kleuren bloemen (althans dat is mijn vermoeden, een soort educated guess zoals dat in de Engelse taal wordt genoemd).

Ik heb aan An dat vermoeden gemaild en gevraagd nog eens beter naar de boom te kijken en te letten op abnormale dingen en zelf wat research te plegen.


Intussen is bekend dat de boom in een particuliere voortuin staat in de Populierstraat in een noordelijke wijk van Schagen en An wilde aan de bewoners van het huis waar de tuin behoort vragen wat zij er van weten maar tot nu toe waren die mensen niet thuis, maar An blijft het proberen.

Ikzelf heb nog steeds geen enkele idee om wat voor boomsoorten het gaat maar afgaand op de volgende foto's van de boomstam zou ie wel eens vele decennia oud kunnen zijn en dat tesamen met de vraag of die mensen er al lang wonen acht ik de kans klein dat zij de boom zelf aangeplant hebben of dat ie al in de tuin stond toen ze er kwamen wonen.

Zo heb ikzelf ook een Perenboom in mijn tuin die ik zelf niet geplant heb of zelfs niet eens door de mensen die er voor mij woonden.


Daarom roep ik herbij een ieder op die meer over dit fenomeen (2 kleuren bloemen aan 1 boom) kan vertellen (schrijven dus). Graag via reacties hieronder.

vrijdag 9 mei 2008


WILDE AKELEI (VERVOLG)

Op http://wilde-planten.nl/wilde%20akelei.htm lees ik net dat ie in Nederland zeldzaam is en dat het voornamelijk over ontsnapte exemplaren gaat.

Ook dat de bloemen van origine blauw zijn (bij de echt wilde exemplaren dus) maar bij zogenaamde verwildere exemplaren ook wel roodpaars, roze en wit. Maar wat daarvan de oorzaak is of hoe dat komt (en juist dat interesseert mij) staat er dan helaas weer niet bij :(

Uit http://www.neerlandstuin.nl/planten/akelei.html begrijp ik eigenlijk dat het in feite een Stinzenplant is. Op deze website worden ook de diverse soorten en hybriden genoemd met hun kleur erbij vermeld.

Wilde Akelei = Aquilegia Vulgaris

BLOEIENDE WILDE AKELEI


Al sinds ik hier woon groeien er Akeleien in mijn tuin, de Wilde meen ik, in ieder geval niet door mijzelf geplant of gezaaid.

De Wilde Akelei wordt tegenwoordig ook verkocht als sierplant, dus hoe die in de tuin van de mensen die hier voor mij woonden is terechtgekomen is mij dus onbekend.

Het aantal wil per jaar nogal eens verschillen (dat duidt toch op een vrij natuurlijk gedrag); het ene jaar zijn het er heel veel maar dit jaar lijken het er wat minder, heb er nog maar twee opgemerkt, maar misschien worden het er nog meer.

Laatst al heb ik foto's geplaatst van de bladeren, ditmaal een bloeiend exemplaar, en wie weet later nog een of meer, want wat me al jaren opvalt is dat de kleur van de bloemen per plant verschilt. sommigen zijn puur wit, anderen lichtroze.

N.B. Omdat dit een van dichtbij gemaakte foto is is het niet op ware grootte. In werkelijkheid zijn de bloemen (afhankelijk van de grootte van je monitor) 2 a 3 x kleiner dan op de vergrote versie op de foto (als je er op klikt).

donderdag 8 mei 2008


TOEKOMST PLANTEN & BOMEN

Ik heb de laatste dagen wat zitten rondbellen om er achter te komen hoe het zit met de toekomst van bepaalde planten en bomen.

Hoe het zit met de wettelijk beschermde Orchissen in het Westerpark waar ik net over geschreven heb in relatie met de nieuwbouwplannen bij de HAS (waar JL over schreef in een reactie) ben ik helaas nog niet achter.

Waar ik ook achterheen zat was om te achterhalen wat de toekomst is voor de zeldzame en grote Watercipres aan de achterzijde van het Groot Ziekengasthuis in 's-Hertogenbosch. Ik heb die boom ontdekt en er over geschreven in oktober 2007.

Het is algemeen bekend dat dat ziekenhuis gesloopt gaat worden in de komende paar jaar. De persoon die gaat over het groen van de binnentuin en rondom het pand wist niet eens van de boom af.

Hij vermoedde dat het een kwestie is waar de eigenaar van de grond ten tijde van de sloop mee moet 'dealen'. Die eigenaar is aannemer Heijmans uit Rosmalen. Ik ben benieuwd of die t.z.t. een kapvergunning zal aanvragen bij de gemeente of dat die laatste de moeite gaat nemen de boom in de nieuwbouwplannen te integreren of dat de boom verplaatst wordt (wat het laatste jaar ook al met een aantal andere oude bomen in 's-Hertogenbosch is gebeurd).

ORCHIS Deel 3


Hier nog een exemplaar.

Op de voorgrond ook een jong exemplaar van Jacobskruiskruid.

Dit is de tweede keer in mijn leven dat ik in het wild een autochtone Orchis zie. De eerste keer was een echt eigen vondst en was in het landgoed / bos Mon Plaisir in Schuddebeurs op Schouwen Duiveland.

Deze keer was ik door iemand getipt dus was het niet echt een eigen vondst.

Het was de Griekse filosoof Theophrastus die in 300 voor Christus als eerste het geslacht besprak. Vanwege de vorm van de dubbele wortelknol gaf hij de naam Orchis, wat teelballen / testikels betekent.

Volgens een vriend die klassieke talen heeft gehad op de middelbare school zou het Nederlandse woord Orchidee testikel van God betekenen, een samenvoeging van het Griekse woord Orchis en het Latijnse woord Deus dat God betekent.

ORCHIS Deel 2


Hierbij nog een exemplaar van hetzelfde Orchis soort in het Westerpark. Er staan er een heel aantal op hetzelfde perceeltje. Ik heb ze niet geteld maar het zijn er toch zeker een stuk of tien.

ORCHIS Deel 1


Dit zijn jonge bladeren van een Orchis op het zuidelijkste perceeltje in het Westerpark in westelijk 's-Hertogenbosch.

Aangezien ie nog niet bloeit weet ik nog niet welke soort het is. Dat zal moeten blijken uit de kleur bloemen:

Ofwel een Gevlekte Orchis (lichtpaarse bloemen) ofwel een Brede Orchis (roodpaarse bloemen). Beide hebben gevlekte bladeren dus nu kon ik nog niet zien wel soort het is.

Beide soorten zijn zeldzaam en in afgelopen decennia flink in aantal afgenomen, Ze staan daarom op de Rode Lijst en zijn wettelijk beschermd.

SILENE


Ik denk een plant uit het geslacht Silene (Latijns-wetenschappelijke naam).

Tot nu toe met voornamelijk knoppen en slechts 1 ontluikend bloemetje.

Misschien de zeldzame Blaassilene want die groeit in het Westerpark, of anders het familielid Dagkoekoeksbloem.

De naam Silene is afgeleid van Silenus, de Griekse vader van de Silenen, die vaak met een dikke buik, net als de kelk van sommige soorten, dronken en rijdend op een ezel werd afgebeeld.

Dagkoekoeksbloem werd als een duivelsplant beschouwd. Wie de plant plukte zou een vroege dood sterven. Een legende vertelde dat als een kind de Dagkoekoeksbloem plukte zijn vader zou sterven en zijn moeder als het de Avondkoekoeksbloem plukte.

Meer over de Griekse satyr Silenus:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Silenus

woensdag 7 mei 2008


JONGE WOLFSPOOT (?)


Ook deze groep kleine jonge plantjes vond ik in het Westerpark op 29 april.

Heel misschien zijn het zeer jonge exemplaren van de plant Wolfspoot die je vaak langs oevers ziet, maar toch heb ik zo mijn twijfels, n.l. vanwege de vorm van de 'tandjes' van de bladeren, zoals ik die ken van de volwassen Wolfpoot zouden die scherper / puntiger moeten zijn.

Maar goed, ik ken de Wolfspoot alleen als volwassen plant en ken ook de bloemen ervan, dus ik zal er over een tijd nog eens gaan kijken.

(VOGEL-?) WIKKE


Dit is een plantensoort uit het geslacht van de Wikkes. Ik bedoel het plantje met de kleine geveerde blaadjes. Er zijn heel veel soorten van en zolang ie nog niet bloeit durf ik nog niet te zeggen welke soort het precies is.

Naar ik vermoed de meeste algemene soort de Vogelwikke.

Of anders zou het ook de Smalle Wikke kunnen zijn waarvan alleen al 3 varianten bestaan.

Een van die varianten wordt ook wel Voederwikke genoemd. Omdat het een lid is van de Vlinderbloemigen wordt ie daarom op akkers ook wel aangeplant ter afwisseling van oogsten van bepaalde cultuurgewassen waardoor door monocultuur de grond qua voedingsstoffen uitgeput kan raken. Dit is dan een plant die als "wisselgewas" verbouwd wordt om meer stikstof in de grond te brengen. De plant wordt dan ook gemaaid en gebruikt als veevoer, vandaar de naam Voederwikke.

Een andere plant, ook een Vlinderbloemige, die voor hetzelfde doel wordt aangeplant op akkers (stikstof in de grond brengen) is de sierplant Lupine die men dan wel eens door boeren verkocht worden als snijbloemen. Nog een plant die ook met datzelfde doeleinde worden aangeplant zijn Klavers maar die worden meestal gewoon omgeploegd om nog extra te groen bemesten.

Als deze plant later gaat bloeien zal ik er nog eens naar kijken en pogen de soortnaam definitief te bepalen.
Maar ik vermoed toch sterk dat het hier gaat om Vogelwikke.

Overigens is Wikke verwant aan moestuingewassen zoals de diverse Bonen- en Erwten- soorten. Ook dat zijn Vlinderbloemigen en krijgen vruchten in peulen en ze hebben uitlopers met grijparmen waardoor ze zich aan elkaar en aan andere planten kunnen optrekken c.q. kunnen klimmen. (Daarom worden er bij bepaalde Erwten soorten vaak bamboestokken naast geplaatst met als voornaamste functie dat de peulen dan gemakkelijker te plukken zijn.)

Voor een lijst van alle Wikke soorten en aanverwanten zie
http://search.freefind.com/find.html?id=75904586&pageid=r&mode=ALL&n=0&query=wikke&lang=nl

Morgen de laatste foto's uit deze serie die ik in het Westerpark in 's-Hertogenbosch gemaakt heb op dinsdag 29 april. Dan de meer zeldzame soorten.

dinsdag 6 mei 2008


(ZACHTE ?) OOIEVAARSBEK

Deel 2


Hier een ander en bloeiend exemplaar van dezelfde Ooievaarsbek soort.

(ZACHTE ?) OOIEVAARSBEK

Deel 1


Dit is een soort uit de Ooievaarsbekken familie, in Latijns-wetenschappelijke terminologie de familie der Geraniums (waar ik al eerder over schreef dat dat geen echte Geraniums zijn maar leden van de aanverwante Pelargonium familie).

Een andere Ooivaarsbek familielid is Robertskruid waar ik al eerder over schreef. Dat soort is het meest algemeen voorkomende lid van de familie.

Hun naam ontlenen Ooievaarsbekken aan het feit dat de zaadstengels en zaden lijken op de nek + snavel van Ooievaars of Reigers. Er is zelfs een soort dat Reigersbek heet.
Qua soort is de plant op de foto, denk ik, de Zachte Ooievaarsbek.


De vorm van de bladeren van de verschillende soorten van deze familie varieert nogal. De bloempjes van de diverse soorten hebben allemaal dezelfde vorm en zijn allemaal roze en paars (zie volgende foto).

ROLKLAVER (?)



Ik vermoed dat dit jonge Rolklaver soort is.
Maar daarvan bestaan meerdere soorten en ik zou nu niet weten welke soort het zou kunnen zijn.

Dat zal ook weer later moeten blijken als de plant gaat bloeien. Als het Rolklaver is zal ie felgele bijna oranje-gele bloemen krijgen.

BOERENWORMKRUID


Zo ziet de plant er in het voorjaar uit, vrij laag (ongeveer 30 centimeter hoog) en de bladeren zijn dubbel geveerd.

Later in het seizoen schieten ze de hoogte in met stevige stengels die wel eem meter hoog kunnen worden. Bovenin krijgen ze dan gele bloemen zonder lintbloemblaadjes, een eigenschap der bloemen waaraan je em altijd kan herkennen. Qua bloemen hoort ie bij de Composietachtigen.

Vroeger werd de plant ook als afdrijfmiddel voor wormen gebruikt, zowel bij mensen als bij vee, daar ontleent ie ook zijn naam aan. In een hogere dosering van de werkzame stof kan ie echter ook giftig zijn. Desondanks is de plant zeer welriekend.

Bij biologische tuinieren wordt ie ook wel tussen rijen Wortelen (Peen) geplant en helpt dan tegen de Wortelvliegen.

Boerenwormkruid= Tanacetum Vulgare

maandag 5 mei 2008


HET WESTERPARK

INLEIDING OP EEN STEDELIJK ECOSYSTEEM

Vorige week dinsdagmiddag 29 april ben ik vanwege het mooie weer in een deel van het Westerpark geweest om autochtone Kruidachtige planten te fotograferen.

Van een echt park is eigenlijk geen sprake want het is niet 1 aaneengesloten gebied met een in-/uitgang en een hek er omheen waar je alleen tijdens daglichturen in mag. Het is meer een soort groen gordel van allemaal stukjes groen in de stad. Noordwestelijk gelegen van de stadscentrum en het NS station.

Er liggen ook veel watertjes in. Het slingert door diverse wijken heen, of beter gezegd ligt tegen diverse wijken aangeplakt. Ook is het geen oud park waar dus dito oude bomen of sierstruiken of bloembollen enzo staan.

Het is meer een ecologisch experiment van de gemeente 's-Hertogenbosch en ditmaal dus eens lof voor de gemeente. Er zijn randvoorwaarden gecreeerd voor autochtone Kruidachtige planten en men laat er de natuur zijn gang gaan. Hoe oud het park is weet ik niet maar ik schat dat het niet veel ouder is dan een jaar of 10 of 15 hooguit (althans in deze hoedanigheid).

Een park vol onkruid dus en voor veel mensen in die wijken gaat dat te ver. Ikzelf vind het een waar botanische paradijsje en dat midden in de stad, je kan er plantensoorten vinden die elders in het wild zelfs zeldzaam zijn. Een vriend van me heeft er zelfs al meerdere keren paartjes van IJsvogels zien rondvliegen langs de watertjes en je schijnt er ook veel Padden te kunnen tegekomen op bepaalde uren (ik heb ze zelf nog net gezien). Die Padden overwinteren (houden hun winterslaap), denk ik, in de muurtjes van gestapelde stenen langs de watertjes.

Diezelfde vriend die er die IJsvogels zag gaat binnenkort een onderdeel van zijn website aan het park wijden en daar zal ik zeker naar linken als het zover is.

Ikzelf ga deze week een aantal berichten met foto's publiceren van autochtone kruidachtige planten die ik er vorige week aantrof. Te beginnen met enkele planten die verre van zeldzaam zijn en die ik ook al elders had aangetroffen in andere parkjes en ruwtes in de stad en eerder had gefotografeerd maar toen bloeiden ze nog niet. Nu wel.

De eerste planten zijn niks bijzonders maar je zal ze zo snel niet binnen de stad aantreffen en over al die planten valt wel iets aardigs te vertellen.

Ter duiding van waar het parkdeel dat ik bedoel ligt: het ligt noordelijk van de Onderwijsboulevard en zuidelijk van de 13 Loten (= straatnaam). Er lopen ook een aantal geasfalteerde paden door heen met namen als Zalmkamp en Kraaikampen.
Een van de bredere paden heet zelfs de Westerparklaan en dat is de afscheiding met de botanische tuinen van de HAS (= Hogere Agrarische School) dat qua ingang aan de Weidonklaan grenst. Interessant gebied daar, jammer dat het niet dichterbij waar ik woon ligt.


SMALLE WEEGBREE DEEL 2


De Weegbree op de vorige foto was een op zichzelf staand exemplaar, maar soms groeien ze ook in groepjes bij elkaar zoals op deze foto.

Deze staan langs de oever van een watertje in het Westerpark.

Komende dagen meer planten uit hetzelfde park.

SMALLE WEEGBREE DEEL 1


Ook over deze plant heb ik een tijdje geleden al geschreven toen ik em vond langs de IJzeren Vrouw plas in 's-Hertogenbosch.

Ook deze bloeide toen nog niet en het exemplaar op de foto wel. De bloemen zijn verre van sensationeel.

Hij is zeer algemeen en vrijwel iedereen kent em wel van zien denk ik.

De Nederlandse naam heeft betrekking op de smalle langwerpige bladeren. Er bestaat n.l. ook een aanverwant soort dat veel bredere bladeren heeft (die heet Grote Weegbree).

Smalle Weegbree = Plantago Lanceolata.

BLOEIENDE RODE KLAVER


Over deze plant heb ik al eerder geschreven toen ik em had gevonden op de ruwte bij het ouwe Kruitshuis aan de Citadellaan in 's-Hertogenbosch.

Maar toen bloeide ie daar nog niet, hier wel en zoals je ziet hij is niet echt rood maar paars.

Het is wel bij meer autochtone planten het geval dat ze 'rood' heten maar dat niet letterlijk zijn. sterker nog, er zijn amper autochtone planten die letterlijk rode bloemen hebben.

zondag 4 mei 2008


JONGE HOP IN DE DUINEN


De berichten van afgelopen week zijn eigenlijk geplaatst in de omgekeerde volgorde dan we op het eiland Schouwen Duiveland hadden rondgereden precies een week geleden.

We waren begonnen op Renesse, een zeer toeristisch dorp aan de Noordwest kant van het eiland tegen de duinen en de Noordzee aan en net ten westen van de Brouwersdam bij Scharendijke.

Er zijn vele duinovergangen naar het strand, waar we nog rondgesnuffeld hebben op zoek naar schelpen, zonder sensationele resultaten. Het deed me haast geloven dat de biodiversiteit van Schelpen (Weekdieren) inderdaad is afgenomen in de laatste 25 jaar, wat An ook al eerder opmerkte aan de hand van stranden in Noord Holland.

Anyway, we hadden bij Renesse de duinovergang aan het eind van de Loane genomen, en helemaal boven zag ik tot mijn verbazing de klimplant Hop groeien, een autochtone plant die je in Brabant veelvuldig kunt tegenkomen maar in Zeeland in veel mindere mate.

Een andere autochtone klimplant die ik vroeger vaak in de duinen daar tegenkwam is Wilde Kamperfoelie maar die heb ik nu niet gezien. Wel groeide er nog steeds Duindoorn maar daar heb ik geen foto's van. Die waren nog vrij kaal.

Hop zal ik een andere keer meer over vertellen als ik em in deze contreien weer eens tegenkom en uitgebreider kan fotograferen.

Hop = Humulus Lupulus

GAATJES BOORSPONS


Je ziet wel vaker gaatjes in schelpen, d.w.z. in Tweekleppige schelpen. Die worden er in geboord door Slakken zoals Wulken, Purperslakken en Tepelhoorns, maar dat is altijd maar 1 gaatje.

Deze onderste klep van de Tweekleppige exotische Oester (je ziet hier de binnenkant) vertoont heel veel gaatjes.

Na flink wat online research ben ik er achter gekomen dat dat gaatjes zijn die er door Boorsponzen in geboord zijn om het vlees van de schelp te verorberen. Boorsponzen leven voornamelijk van Oesters.

De gaatjes zijn altijd rond en hebben een diameter van zo'n 5 millimeter.De spons kan tot enkele centimeters in de schelp doordringen, zowel in levende als in dode schelpen. Ze boren in de schelp (of iets anders) door een zuur te gebruiken.

De Spons leeft voornamelijk IN de schelp, slechts een deel is ook aan de buitenkant te zien. Dat uiterlijke deel heeft een honingraatstructuur met zeefvormige in- en uitstroom-openingen en is goudgeel, maar soms ook oranje, gekleurd.

Sponzen behoren tot de oudste levende organismes op aarde en Boorsponzen komem over de hele wereld voor in zout water maar in Nederland vooral in de Oosterschelde en de Grevelingen.

Boorsponzen boren soms ook in Kalksteen stenen en zelfs in fossielen. Ze leven in ondiep water op de rand van extreem laag eb. Ze leven in vooral niet verontreinigd water en ook in waters waar het niet slibberig is. Verder hebben ze ook een hoge tolerantie qua zoutgehalte van het water.

Boorspons = Cliona Celata.

Meer info zie:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Boorspons
http://home.planet.nl/~ronoffer/duiken/html/frames/zoekframes/boorspons.htm
http://www.digischool.nl/bi/onderwaterbiologie/html/frames/zoekframes/boorspons.htm
http://www.onderwaterwereld.net/oww_ml/php/data.php?TLC=NL&SOC=SPNZN&SSC=Clione%20celata
http://www.nbat.nl/aquarium/spons.html
http://www.seamasters.be/bio/spons/boorspons1.htm

EXOTISCHE OESTERS


An is ook nog over het Muraltmuurtje heen geklommen om bij het water te komen waar hele smalle randjes zand en poeltjes zijn. Het muurtje is ongeveer anderhalve meter hoog.

An vond daar diverse soorten schelpen waarvan hierbij acte, maar ze heeft ze pas thuis gefotografeerd.

Dit zijn aan elkaar gegroeide exemplaren (zie laatste alinea).
Zowel in Zeeland als in de Waddenzee komen tegenwoordig meer exotische dan Zeeuwse Oesters voor. Zowel gekweekt als in het wild.

In met name de Oosterschelde met als centrum het Zuid Bevenlandse dorpje Ierseke maar ook in de Grevelingen werden vroeger veel Zeeuwse Oesters gekweekt. Door de strenge winter van 1962 / 1963 werd de gehele populatie gedecimeerd en daarna sloeg er ook nog eens een parasitaire ziekte toe.

Vanaf 1965 werd een exotisch soort geimporteerd, de Japanse of Portugese Oester, wat in principe verschillende soorten zijn maar dermate op elkaar gelijkend dat veel biologen ze toch als 1 soort beschouwen, de Crassostrea Angulata.

Deze soort heeft zelfs de autochtone verdrongen, terwijl men verwacht had dat het exotische soort na enkele jaren vanwege een wat kouder klimaat dan in hun land van origine vanzelf zou uitsterven. Omdat deze exotische soort leeft van de larven van autochtone Oesters en Mossels en Kokkels doet ie het heel erg goed en zie je de Zeeuwse Oesters maar zelden meer.

Nog een reden van het commerciele succes voor het exotische soort is dat ze eerder volwassen en geslachtsrijp zijn. Na 3 jaar gschikt voor consumptie en de autochtone pas na 5 a 6 jaar. Tegenwoordig worden er jaarlijks ongeveer 2,5 miljoen Platte Oesters opgevist tegen 40 miljoen Japanse oesters.

Ook is het exotische soort niet vatbaar voor die parasitaire ziekte en zijn ze voor vogels veel moeilijker open te krijgen. De schelpen van deze exoot zijn n.l. veel dikker. Alleen Kokmeeuwen willen ze wel eens te pletter laten vallen op basaltdijken zodat de schelpen kapot / open gaan.

Toch hebben Oesters (alle soorten) een geduchter vijand dan de Kokmeeuw, zie daarover het volgende bericht.

De Platte Oesters is vrijwel rond en glad qua oppervlak.

Zie:
http://www.zeeinzicht.nl/vleet/content/ned/index.php?item=zee&pageid=NED0501.HTM&use_template=ecomare.html

De vorm van deze exoot is heel anders dan die van de autochtone, de twee kleppen hebben een gegolfde rand. Ze zijn ovaal en grillige qua oppervlak. De onderste klep is vrijwel plat, de bovenste klep is veel boller.
Zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:JapanseOester.JPG

Vrijwel altijd hechten ze zich ergens aan vast, meestal aan stenen maar als ze met heel veel exemplaren bij elkaar liggen hechten ze zich ook aan elkaar vast, zoals deze op de foto.

Platte (ook wel bekend als Zeeuwse) Oester = Ostrea Edulis
Japanse Oester = Crassostrea Gigas / Crassostrea Angulata
Portugese Oester = Crassostrea Angulata

Zie ook:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Japanse_oester
http://www.digischool.nl/bi/onderwaterbiologie/html/biologie/zeeland/oester.htm
http://www.wb-online.nl/krant/artikel.php?id=2597
http://www.waddenzee.nl/Japanse_Oester.2022.0.html
http://www.kennislink.nl/web/show?id=91890

zaterdag 3 mei 2008


JEUGDHERINNERING GEPEN

Vroeger ging ik samen met andere lagere school jochies nogal eens per fiets naar deze dijk toen de Grevelingen nog een open zeearm was. We klommen dan over het muurtje en gingen langs het water zitten en gooiden takken in het water met als bedoeling om Gepen te zien.

Gepen zijn langwerpige zeevissen en die sprongen dan vaak over de takken heen. Waarom ze dat deden was ons (en mij nu nog steeds) een raadsel maar we vonden het wel een erg leuke 'sport'.

Ze zijn langwerpig en zijn zilver van kleur en hebben een zeer spitse bek. Het zijn roofvissen en ze lijken wel een beetje op Barracudas of Marlijnen. Ze worden 40 - 90 centimer lang. Ze leven in scholen en komen pas in het voorjaar naar de kust en leven daar in ondiep water vlak onder het wateroppervlak en jagen daar op kleinere vissen. Soms zie je hun rugvin boven het water uitsteken, net zoals je vaak van Haaien ziet in speelfilms.

Ze zijn eetbaar en er wordt ook veel op gevist door sportvissers. Ik ben zelf later ook wel eens mee geweest op een zeilboot op de Oosterschelde waarbij er op gevist werd, ik heb ze dus ook wel eens van dichtbij gezien en ze zijn erg mooi.

Opvallend is dat hun graat blauwgroen van kleur is.

Meer info zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Geep
en een foto op
http://www.zeevisland.com/htm-foto/@Bewaar/@Bewaar-2005/Geep-Boot-01.htm

DOOIERMOS OF .... ?



Hierbij weer een foto van mezelf van Korstmossen op hetzelfde Muralt muurtje, helaas niet met erg veel scherptediepte.

Het orange Korstmos is denk ik ofwel een soort Dooiermos of een Citroenkorst.

KORSTMOS OP MURALTMUUR


Een foto van An van een Muralt muurtje aan de Langendijk langs het Grevelingenmeer tussen Scharendijke en Den Osse.

Ook gemaakt tijdens ons bezoekje aan het Zeeuwse eiland Schouwen Duiveland op zondag 27 april.

Min of meer ook een landschapsfoto ter aanduiding van een biotoop van diverse Korstmossen en ander natuurschoon.

De betonnen muurtjes zijn bedacht door ingenieur en jonkheer De Muralt. Na de stormvloed van 1906 werd besloten veel dijken te verhogen en werd gekozen voor deze muurtjes i.p.v. een veel complexere en duurdere algehele verbreding en verhoging van de dijken. Tot 1935 werd 120 kilometer van dit soort muurtjes gebouwd in Zeeland en deze aan de noordkant van Schouwen Duiveland zijn de enige die tot monument verklaard zijn.

Net als de vestingwerken van 's-Hertogenbosch zijn ze een geliefde ondergrond voor diverse Korstmos soorten. Zo te zien ook weer de bekende soorten zoals Dooiermos.

Vroeger was de Grevelingen een open zeearm. In 1971 werd deze zeearm van de Noordzee afgesloten met de Brouwersdam richting Goeree. Het was een zoveelste onderdeel van de Deltawerken. Veel vroegere slikken en schorren kwamen definitief droog te liggen maar veel flora en fauna stierf door het zoeter / brakker worden van het water.

Daarom werd in 1978 een spuisluis in de dam gebouwd waardoor er toch weer zout zee water in de Grevelingen kon stromen. Omdat de zeearm ook aan de oostelijke kant al eerder was afgesloten (1965) met de Grevelingendam ontstond toen het grootste zoutwatermeer van West Europa. Het waterniveau wordt stabiel gehouden op 20 centimeter onder NAP.

Het gebied is toen een natuur- en recreatiegebied geworden en de diverse vroegere platen bleven droog; de Hompelvoet, de Veermansplaat, de Stampersplaat en Dwars in de Weg zijn nu beschermde eilanden waar excursies naar gemaakt kunnen worden en waar veel planten van de Rode Lijst groeien zoals diverse Orchissen.
Zie http://www.grevelingen.nl/natuur/planten.php

vrijdag 2 mei 2008


BIOTOOP DIJKJE


Ik heb het nu al meerdere keren gehad over een dijkje nabij mijn geboortedorp en hoewel ik op deze blog qua beleid eigenlijk geen landschapsfoto's plaats hierbij een uitzondering, en dat om de biotoop te tonen waar we de afgelopen week ook al foto's van diverse dingen des natuurs lieten zien. Ook deze foto is weer gemaakt door An.

In chronologische volgorde van eerdere foto's hierbij een toelichting over wat waar stond:
- De Distels stonden in de berm van dit karrenspoor aan de kant van de Populier bomen.

- Het Meerkoeten nest zat aan de oever van de vaart waar het slootje op deze foto op uitmondt en die vaart gaat via een gemaaltje onder die dijk door.

- De Knotwilgen staan aan de andere kant van de dijk, uitkijkend over de volgende polder.

- De foto van de boomstam van de Populier uit het vorige bericht is er 1 van de rij die je hier links op de foto ziet.

STAM VAN EEN POPULIER


Hierbij nog een foto van An gemaakt op zondag 27 april langs het dijkje op Schouwen Duiveland.

De boom is er 1 van een heel aantal die in een rij staan langs de andere zijde van de dijk waar aan de andere kant die Knotwilgen staan.

Ook de Populier lijkt een boom die typische Nederlands is omdat je em zo vaak ziet. Maar er zijn best veel soorten Populieren en eigenlijk is er geen enkele soort echt autochtoon.

Populieren worden ook wel Abelen genoemd en voor alle soorten geldt dat ze flink groot en hoog kunnen worden.

Ik vermoed dat dit een Ratelpopulier is, ook wel Trilpopulier of Esp genoemd. Die Ratel- of Trilpopulieren zijn fameus voor het geluid dat ze kunnen maken bij wind (het hoeft niet eens hard te waaien) als de bladeren tegen elkaar aan komen en dan een ratelende geluid geven. Als je er niet aan gewend bent en je moet ergens slapen waar je dat geluid niet gewend bent kan het een zeer opvallend geluid zijn; de een stoort zich er aan, voor de ander dis het dermate rustgevend dat men er juist heel goed bij in slaap valt.

Ik kom t.z.t. nog wel eens terug op de diverse soorten Populieren maar wil aangaande deze foto toch ook nog wijzen op die takken rechts van de boom, dat zijn worteluitlopers en die kan je "stekken" tot nieuwe bomen. Gezien de kleur van de blaadjes aan die twijgen weet ik niet zeker of dat nog verdorde bladeren zijn van vorig jaar die de warme winter overleefd hebben of dat het jonge nieuwe bladeren zijn die van nature deze geelachtige kleur hebben.

Ik kom zowieso nog eens een keer terug op het feit dat sommige boomsoorten onder aan of bij hun stam bladeren ontwikkelen.

Tot slot wil ik ook nog op het gat / de holte in de stam wijzen waarvan ik niet weet wat daarvan de oorzaak is, en afgestorven tak van toen de boom nog een boompje was of dat het een z.g.n. wond is.

Wie weet toch wel het huisje van kabouter, gnomen, kobolts of feeen ? Grapje uiteraard. Maar ....

OUWE KNOTWILG CLOSEUP


Vaak splijten de stammen van Knotwilgen en worden ze hol. Daarin ontstaat dan een klein biotoop met allerlei dieren en planten: Wespennesten, Uilen en noem maar op.

Qua planten zie je op deze foto een graspol en verder ook reeds groene twijgen van de Wilg zelf en op het rechterdeel van de stam ook enkele Korstmossoorten. Volgens mij dezelfde twee soorten die ik ook in 's-Hertogenbosch steeds op bomen zie groeien.

OUWE KNOTWILG TEKENING


Als puber zat ik vaak langs die dijk en ik heb er toendertijd ook wel eens getekend. Hierbij een scan van een van de weinige tekeningen die bewaard is gebleven, zo van circa 1974.

De boom op de tekening zal dus 1 van de bomen op de eerdere 3 foto's van An zijn.

donderdag 1 mei 2008


OUWE KNOTWILGEN DEEL 3


Zoals aangekondigd (want we kunnen er als echte Balkende VOC fans maar geen genoeg van krijgen), de nationale trots DE NEDERLANDSE KNOTWILG.

Wat voor verhaal je er ook bij bedenkt of in ziet, een boom blijft een boom en soms vinden mensen die mooi (en ik vraag me vaak af waarom want er schijnt toch haast een consensus over te bestaan).

Moeten bomen (of andere schepsels) eerst verminkt (gemutileerd) worden door mensen om door mensen gewaardeerd te worden ?

OUWE KNOTWILGEN DEEL 2


Zelfde dijkje, zelfde rijtje met ouwe Knotwilgen. Ze zijn allemaal even mooi, zowel de bomen als Ans foto's ervan, dus er volgt nog meer.

OUWE KNOTWILGEN DEEL 1



Aan de andere zijde van de dijk waar ik het steeds over heb staat een hele rij Knotwilgen die ik al kende in mijn puberjaren en toen al waren die bomen flink vervallen en ik vroeg me af of ze er nog steeds zouden staan en ziehier akte daarvan; dus jazeker en nog steeds even zoniet nog mooier en poetischer dan vroeger.

Toen al werden ze niet geknot en of dat anno nu wel het geval is durf ik ook niet echt te beoordelen. In ieder geval vind ik nog steeds hardstikke mooi en in dit bericht een foto van An en laat ik maar meteen aankondigen dat ook de foto´s bij de volgende berichten over die Knotwilgen door An gemaakt zijn.

De dijk waarlangs ze staan heeft niet echt een naam want er loopt ook alleen een karrenspoor naast wat een aftakking is van de Goudmijnweg en de Weeldijk. En dat ligt ergens tussen de 3 piepkleine dorpjes Kerkwerve, Zonnemaire en Noordgouwe in.