donderdag 18 oktober 2007


BLAD ONBEKEND BOOMSOORT


Toen ik enige tijd geleden schreef over de vermeende Mimosa bomen emailde iemand me dat er ook een Mimosa in het parkje achter de Orangerie aan de St. Jozesfstraat zou staan. De Orangerie is een voormalige kerk naast het voormalige Redemptoristen klooster.

Ik ben daar vandaag wezen kijken en het parkje en omliggende pleintje heten overigens Jeroen Boschtuin.
Ik kon daar geen boom vinden die er ook maar in de verte op lijkt. Er staan wel andere leuke bomen maar de accu van mijn camera bleek leeg. Op het pleintje is ook een best aardige kruidentuin maar de meeste planten hebben daar, gezien het seizoen, hun beste tijd al gehad.

Ik reed naar het parkje toe vanaf de St. Jozefstraat via het Redemptoristenpad en precies op die hoek zag ik een boom die al volop in geel-bruine herfstkleuren stond en waarvan het blad me deed denken aan de Mimosa boom. Ik kon de boom niet fotograferen door de lege accu maar wel een nog flink groen blad plukken, na het opgeladen van de accu heeft dat deze foto opgeleverd.

Om 2 redenen denk ik dat ook dit geen Mimosa boom (Acacia Dealbata) is:
1. Die boom blijft 's-winters groen.
2. De geveerde zijblaadjes van de Mimosa staan t.o.v. de steel precies tegenover elkaar en deze om en om (behalve aan het begin van de steel).

Ik denk dat het evenmin een Acacia is, zoals die in het Nederlands genoemd wordt, maar helemaal geen Acacia is, en als Latijns-wetenschappelijke Robinia Pseudo-acacia heeft. Het blad is daarvoor te klein (het blad op de foto is de gemiddelde grootte bij deze boom) en bovendien heeft ie geen doorns.

Iets anders wat me aan dit blad opvalt is dat ie aan de top van het blad (op de foto aan de linkerkant) 2 enkele wat grotere bladen heeft.

VRAAG / VERZOEK:
WIE WEET VAN WELK BOOMSOORT DIT BLAD IS ?

GRAAG VIA "reacties" ONDERAAN DIT BERICHT

CORRECTIE DEEL 2

Welke boomsoort dan wel ?


Vandaag ben ik terug geweest bij de bomen achter het Groot Ziekengasthuis. De vorige keer kom ik geen blad bemachtigen omdat ze te hoog aan de boom hingen. Ditmaal wel want er lagen er een paar op de grond, waarvan dit een foto is.

Door dit blad heb ik weer twijfels gekregen. Vergelijk maar eens foto's van het blad op dit webadres:


Op die foto zijn tussen de geveerde zijbladen ook enkele blaadjes te zien. En dat heeft het blad op bovenstaande foto NIET.

Op een ander webadres staat weer een herfst foto van de Watercipres bladeren die de enkele blaadjes weer NIET hebben, zie:


Toch twijfel ik of het geen Moerascipres is, gezien de foto van de bladeren daarvan, zie:


CORRECTIE DEEL 1

Toch geen Mimosa bomen


Een poosje geleden schreef ik over 2 bomen op het terrein achter het Groot Ziekengasthuis. Ik sprak daarbij het sterke vermoeden uit dat het Mimosa bomen waren (oftwel Acacia Dealbata). Uit een reactie van een Engelse bioloog uit Ierland ontstond naar aanleiding van bovenstaande foto zijn vermoeden dat het wel eens de Metasequoia Glyptostroboides zou kunnen zijn. In het Engels de Dawn Redwood, in het Nederlands de Watercipres.

Deze boom was tot 1941, toen ie in midden China herontdekt werd, verondersteld uitgestorven te zijn. Als soort stamt ie uit het Msozoicum (dezelfde tijd als de Ginkgo Biloba en de dinosuariers) toen ie overal op het noorderlijke halfrond voorkwam. In de laatste ijstijd alleen nog in Oost-Azie.

Door nadere studie van mezelf van vandaag heb ik toch weer twijfels gekregen. Lees daarover meer in het volgende bericht.

woensdag 17 oktober 2007


AMBERBOOM DEEL 4


Twee bladeren van de Amberboom op het Water en Vuurplein. De bladeren verkleuren van donkergroen naar purper, dan rood en daarna tot geel. Een van de bladeren op deze foto heeft zelfs alle drie de kleuren in 1 blad.

AMBERBOOM DEEL 3


























Dit is een Amberboom op het Water en Vuurplein. Dat is de plek waar de vroegere brandweerkazerne stond. Na de sloop zijn er chique apartementen gebouwd die eigen parkeergarages hebben maar ook het plein is een parkeergelegenheid. Toegankelijk via een bruggetje vandaf de Jan Heinstraat.

Op deze foto op afstand lijken de herfstkleuren op orange-geel, maar op de foto bij het volgende bericht blijkt dat de kleuren van de bladeren veel diverser is.

AMBERBOOM DEEL 2


Een blad van de Amberboom op de foto in het vorige bericht. Een dikke week geleden was deze boom dus nog volop groen.

Elders in de stad heb ik nog een exemplaar gevonden en die staat intussen al wel volop in herfstkleuren (zie volgende berichten).

AMBERBOOM DEEL 1


























Deze bijzondere boom ontdekte ik geruime tijd geleden al maar ik wist toen niet wat het was. Totdat iemand me het vertelde aan de hand van een brochure over Bomen in 's-Hertogenbosch en de Meijerij waar ie in staat vermeld. De brochure is alweer van 1990 dus de boom moet er al sinds die tijd staan. Op het pleintje van het St. Jans Kerkhof (voor niet Bosschenaren: dat is geen kerkhof maar gewoon een straat) achter de St. Jans kathedraal.

Het is een Amberboom ofwel Liquidambar Styraciflua, inheems in Midden en het Oosten van Amerika en Mexico. In Europa wordt ie sinds 1688 aangeplant als sierboom, vooral als solitaire boom. Met de kleur amber en de geur amber heeft de boom niks te maken. In Amerika wordt de boom gezien als de oervader van kauwgom. Vandaar de bijnaam "sweetgummi". Het blad is inderdaad zeer aromatisch. Bij wrijven ruikt het meer naar boenwas dan naar frisse kauwgom. Een heerlijke zoet weeige geur, vooral bij warm weer wordt een gomhars afscheiden - styrax of storax - genoemd. Deze gomhars was in het verleden bestanddeel van de betere schoencrème. Probeer het maar: wrijf het blad over het leer van je schoenen, laat het even intrekken en drogen. Wrijf de schoenen met een doek op, ze zullen prachtig glimmen. Bovendien zijn ze voor een tijdje waterafstotend.

dinsdag 16 oktober 2007


RODE BEUK


























Op een grasveld tegenover het park rond De IJzeren Vrouw, aan het Muntelbolwerk en bij een bocht in de rivier de Aa staat deze Rode Beuk. In de volksmond ook vaak Bruine Beuk genoemd en minder gangbaar ook wel Zwarte Beuk. Latijns-wetenschappelijke naam Fagus Sylvatica, net als de gewone groene Beuk want daar is het een ondersoort van. Deze is ontstaan rond 1600 in een bos in Zwitserland, een natuurlijke mutatie van recente datum dus. Uit de nootjes van Rode Beuken groeien vrijwel altijd weer groene Beuken, en slechts zelden een Rode. De vermeerdering vind over het algemeen plaats via enten.

maandag 15 oktober 2007


VERGROEIINGEN AAN STAM


In een hoek van het eerdergenoemde parkje vlakbij het Muntelbolwerk en de nieuwbouw van de Graafsewijk, staat een boom (misschien een Appel ? er is overigens geen spoor van appels te bekennen) die met 3 stammen met vergroeiingen uit de grond komt. Dergelijke vergroeiingen vind ik altijd erg fraai, maar of ze nu het gevolg zijn van entingen of dat het "kankergezwellen" zijn zoals het dan in de volksmond heet, is me een raadsel.

VALSE CHRISTUSDOORN

(alleen de peulvrucht)


Gisteren een kort tochtje gemaakt door het park rond de IJzeren Vrouw. Ik was er onlangs nog geweest maar toen alleen de paden langs de noordzijde "gedaan". Ditmaal meer de westzijde waar ook de kinderboerderij / het hertenkamp is. Vlak daarbij stonden een paar grote bomen (3 joekels van Populieren) en 2 exotische boomsoorten. Een Valse Christusdoorn (die ik door ongunstig licht niet gefotografeerd kreeg). Wel heb ik een grote peulvrucht ervan mee naar huis genomen en thuis gefotografeerd. De peulen zitten behoorlijk stevig aan de takken. Ik vermoed zelfs dat ze gedurende de winter in de boom blijven hangen en er pas in het voorjaar van af vallen. De peulen zijn vrij plat en je kan de zaden er in voelen. De boom komt van origine uit Noord-Amerika dus de aan de bijbel gerelateerde naam is dus gewoon onzin, zoals van wel meer bomen en waaroo ik deze week nog terugkom. Latijns-wetenschappekijke naam is Gleditsia Triacanthos. Er bestaan diverse rassen van die varieren qua grootte van de doorns.

De andere grote boom die er staat en een erg fraaie stam heeft is de Moerascipres (een naaldboom). Wie weet kom ik daar nog eens op terug.

zaterdag 13 oktober 2007


PADDEN IN STOEL


Hier nog een foto van An, een hele Paddenfamilie zelfs. In een tuinstoel :)

An schreef er zelf over:

Het was vanmiddag zulk lekker weer dat ik nog even zin had in de tuin te rommelen, wat dingen opslaan voor de winter. Veel van zijn plek gehaald en wat denk je: een hele paddenfamilie in één keer !
Ik heb de padden even in de stoel gezet, het hoekje waar ze zaten was te donker.

GEWONE PAD (KLEUR OGEN)


Deze foto ontving ik zojuist van An uit Schagen. De laatste weken toonden die padden zich niet meer in Ans tuin en ik dacht al dat ze vertrokken waren voor hun winterslaapplek, maar ziehier :)

Bij de eerdere reeks over die padden waarover we even twijfelden qua soort, kwamen we ondanks de gitzwarte huid toch steeds meer uit bij de Gewone Pad (Bufo Bufo). Maar we wilden de kleur van de ogen nog verifieren voor een definitieve determinatie. En de laatste weken lieten de padden zich niet meer zien en nu ineens weer wel. De kleur van de ogen is bij dit soort geel en dat blijkt dus te kloppen !

Ik had bij die eerdere reeks met berichten en foto's een plekje op de blog gereserveerd, maar daar maak ik bij nader inzien geen gebruik van want de blog is flink gegroeid en in stukken geknipt, dus dan zouden blog lezers diverse pagina's terug moeten gaan, en dus plaats ik em hier en nu.

KLIMOP BOOMPJE


Ik heb me altijd al afgevraagd waarom de Klimop aan de overkant van de straat een boompje lijkt. Intussen weet ik, denk ik, hoe de vork in de steel steekt, en kan dus zeggen dat het echt een boompje IS. Met een stam en een echte kroon. De stam van dit exemplaar is zo dik als je onderarm. Er zijn geen ranken die zich met hun luchtworteltjes aan de gevel hechten. Een woningbouwvereniging-vriendelijke Klimop dus :)

Oudere Klimop exemplaren die voldoende licht krijgen (ze hebben liever schaduw) vormen boogvormig afstaande bloeiende zijtakken, die indien gestekt een Klimopplant wordt die geen klimstengels meer kan vormen. Deze vorm wordt in siertuinen gebruikt voor de zogenaamde bolvormige klimop. En deze hier in de straat zal er dus ook zo een zijn.

KLIMOP IN BLOEI


Het was me in mijn eigen tuin ook al opgevallen, n.l. dat de Klimop bloeit. Klimop bloeit vanaf september tot december. In het najaar zijn het belangrijke bloemen voor insekten vanwege de nectar en het stuifmeel. De besjes die er later uit komen zijn blauwzwart en pas in het voorjaar rijp. Vogels zijn er dol op, er kunnen hele zwermen kwetterende en ruzieende Spreeuwen op af komen. Hier aan de overkant van de straat staat een grote Klimop (waarvan ik deze foto heb gemaakt), een "boompje" waarover in het volgende bericht meer.

vrijdag 12 oktober 2007


GINKGO BILOBA BOOM DEEL 3


Hierbij het blad en je kan zien dat de nerven niet vertakt zijn maar in een waaiervorm lopen. En de hoofdnerf van dit blad loopt ook niet door het midden en dus niet in de richting van de V-vormige inkeping bovenaan het blad. Of dat alleen zo is bij dit ene blad of dat alle bladeren dat hebben weet ik niet. Dit was het enige blad dat ik kon plukken door op mijn tenen staand een tak omlaag te trekken.

In het eerste bericht schreef ik al dat het een tussenvorm is tussen naald- en loofbomen. In botanische zin is het noch een naaldboom nog een loofboom. Hij stamt uit het geologische Mesozoicum tijdperk (285 - 65 miljoen jaar geleden), een periode toen ook de dinosauriers leefden. Het was toen een aparte en belangrijke orde der Naaktzadigen. Tegenwoordig is deze soort het enige overgebleven soort uit die aparte orde, en als zodanig haast een soort levend fossiel.

Als verklaring (urban legend ?) heb ik wel eens gehoord dat het blad een tijdens de evolutie "uitgerolde" naald van een naaldboom is en dat zo de eerste bladeren / loofbomen onstonden.

GINKGO BILOBA BOOM DEEL 2


























De stam is vrij ruw (gekerfd) zoals hier duidelijk te zien is. Aan de dikte van de stam is niet bepaald de ouderdom van de boom te zien. Deze boomsoort groeit meer in de hoogte dan in de dikte.

GINKGO BILOBA BOOM DEEL 1


























Deze grote boom staat op het terrein van het gedoogde kraakpand de vm. Rijks HBS aan de Hekellaan waar ik zelf ooit gewoond heb. Helaas paste niet de hele boom op de foto, ik kon niet ver genoeg achteruit, en vanaf de straatkant komt ie ook niet goed uit de verf omdat er veel ander groen omheen staat.

Het is een Ginkgo Biloba (in de volksmond vaak afgekort tot Ginkgo), of ook wel Japanse Noteboom of Japanse (heilige) Tempelboom genoemd. Van origine komt ie echter helemaal niet uit Japan maar uit China en is via de verspreiding van het Boedhhisme vanaf ongeveer het jaar 800 vanuit China in Japan terechtgekomen waar ie bij tempels werd aangeplant en ook wel als een heilige boom bestempeld werd. (FF terzijde het Boeddhisme komt van origine overigens uit India.) Pas begin 18e eeuw kwam de boom in Europa terecht en pas een halve eeuw later ook in Amerika. Ergens in Belgie schijnt het grootste exemplaar van heel Europa te staan. Ook ergens in de stad Utrecht schijnt een hele grote te staan. Ook heb ikzelf ooit een hele grote gezien in een kloostertuin in Maastricht. Maar ik kan je verzekeren dat dit ook een hele knoeperd is. Geen idee hoe oud ie is, ik weet alleen dat de Rijks HBS rond 1905 gebouwd is.

Ik weet uit ervaring hoe traag ie groeit want mijn pa kocht er al 1 in de 70ies voor in onze tuin, die was bij aanschaf hooguit 2 meter en een decennium later amper een meter hoger. In de 70ies en 80ies is de boomsoort in Nederland pas echt ingeburgerd geraakt en je ziet em ook nogal eens in tuinen van mensen die graag bijzondere dingen in hun tuin hebben. Door de associatie met Japan denken mensen ook wel eens dat je er een bonzai boom van kan maken, en dat schijnt ook zo te zijn, maar ik heb zelf nog nooit succesvolle exemplaren gezien. In Nederland gaan gesnoeide takken vaak dood. Toch een net iets te koud klimaat ?

Er bestaan zowel vrouwelijke als mannelijke exemplaren en je kan ze alleen uit elkaar houden als ze bloeien en ikzelf heb ze nooit zien bloeien. Meestal worden er mannelijke exemplaren geplant omdat de bloesems van vrouwelijke exemplaren enorm stinken.

De noten (die ik ook nooit gezien heb) zijn eetbaar en schijnen in het verre oosten zelfs als delicatesse te gelden.

Ook hebben de bladeren allerlei farmaceutische en cosmetische eigenschappen. Kijk maar eens naar TV reclames of kijk eens op verpakkingen bij het Kruidvat. Je wordt er zowat mee doodgegooid :(

In de homeopathie wordt ie zelfs beschouwd als een soort wondermiddel ala de Ginseng wortel.

Een gespecialiseerde website annex forum (blog) over deze boomsoort vind je hier:
http://www.xs4all.nl/~kwanten/nedindex.htm

donderdag 11 oktober 2007


MIMOSA BOMEN DEEL 2


























Zoals beloofd een closeup van de stam en bladeren van de rechtse boom uit het vorige bericht. De bladeren groeien uiteraard aan takken maar ook rechtstreeks uit de stam. Net iets te hoog om een blad te kunnen plukken. Duidelijk zijn de verwondingen aan de stam te zien, en aan een wond onderaan de stam (op de foto buiten beeld) groeien ook bladeren maar die waren al verdord.

MIMOSA BOMEN DEEL 1


























Vlakbij dat Herman Moerkerkplein waar ik het over had staat een kolos van een parkeergarage en de straten er omheen heten allemaal Burgemeester Loeffplein. Als je langs de achterkant van de parkeergarage gaat en dan rechtsaf een niet openbaar parkeerterrein met slagbomen op en je duikt daar diep in geraak je in een wirwar van straatjes die geen naam hebben. Allerlei gebouwen, ouwe en nieuwe en nergens staat iets op wat het is, behalve 1 semi-neo-classisistische pand wat het ouwe mortuarium van het Groot Ziekengasthuis blijkt te zijn. Helemaal achterin dat quasi "niemandsland" trof ik bij een oud gebouw deze 2 bijzondere bomen aan. Bovenstaande geografische omschrijving zet ik er voor Bosschenaren bij omdat weinig mensen dit stukje verborgen binnenstad schijnen te kennen.

Het blijken Mimosa bomen te zijn, een soort dat ik nog nooit eerder in het echt had gezien (althans niet bewust of dat ik me kan herinneren). Op de foto is het niet zo goed te zien, maar het zijn er 2, de linkse is de grootste. Omdat het allemaal nogal smalle straatjes zijn kreeg ik de bomen niet beter gefotografeerd dan zo. De bladeren hingen ook te hoog om te kunnen plukken. En de stam van het rechter exemplaar was ook behoorlijk beschadigd. Daarvan in het volgend bericht een closeup.

De boom behoort tot de familie der Acacias, en de bomen die wij altijd Acacias noemen zijn dat helemaal niet, die zijn van het geslacht Robinia. (Net zo'n soort verhaal dus als met Geraniums waar ik het laatst al over had.)

Waarschijnlijk zijn deze 2 bomen van het soort "Acacia Dealbata", in het Nederlands gewoon Mimosa. Ze zijn van subtropische origine en dat doet het blad al vermoeden, dat heeft iets palm-achtigs. Ze bloeien al in de winter met gele bloesems, het kan voorkomen dat ze die al vertonen als er nog sneeuw ligt hoorde ik. Ook de vruchten vallen er al in het vroege voorjaar af. Maar ook zonder dat alles te hebben gevonden en gezien vind ik het al een erg mooie boom, dus vandaar deze "totaal" foto.

Tot slot in dit bericht, de boom is verwant aan Mimosa als kamerplant, beter bekend als Kruidje-roer-me-niet dat afkomstig is uit Zuid-Amerika.
Zie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kruidje-roer-mij-niet

woensdag 10 oktober 2007


NOG 'N WINGERD (bijna slot ?)


Hierbij een blad (met de afmeting erbij) geplukt van de Wingerd op onderstaande foto.

Ik wil zeker niet blijven doorzeuren over Wingerd, want eigenlijk is het ook een plant waar ik niet zoveel mee heb. Al dat gedoe over ondersoorten, rassen, varieteiten enzo vind ik ook en tikkeltje te ver gaan, althans voor mezelf. Ik heb het aangereikt, dus wie er dieper in wilt gaan spitten, vooral doen als je dat leukt vind, en je mag ook gerust een reactie plaatsen.


NOG 'N WINGERD (bijna slot ?)


























Als ik per fiets van de Kerkstraat naar de Arena wil neem ik vaak de shortcut door het Knillispoortje. Daarachter ligt het Herman Moerbeekpleintje. Bij een achtertuin / achteruitgang van een pand / winkel aan de Hinthamerstraat (promenade gedeelte) zag ik tegen een kale muur (nieuwbouw deel van het Tulip Hotel ?) ook een Wingerd staan.

Ook een Vijfbladige maar dan met veel grotere bladeren dan die Vijfbladige dan die in mijn tuin. Niks geen herfstkleuren, nog keigroen :) Ik denk dat het een variant is die helemaal geen herfstkleuren heeft. Op de foto zie je onderaan de rechter rank een paar dode blaadjes en ook linksboven op de foto. Misschien is het wel de variant waar An het al over had in een reactie ? Die ze moest verwijderen van haar voorgevel, eentje die ook 's-winters groen blijft als ik me goed herinner ?

dinsdag 9 oktober 2007


GEWONE ESDOORN DEEL 2


De bovengrondse wortels van hetzelfde Gewone Esdoorn exemplaar. Bomengrondse wortels van bomen vind ikzelf zowieso altijd erg fraai, omdat het qua biotoop vaak ook voor andere levende mechanismes een schemergebied is waar veel valt te halen. Waar dingen plaatsvinden als symbiose, parasitisme en epifyten. Soms levert het ook mooie foto's op, haast abstracte schilderijen, al is het me zeker niet te doen om "mooie plaatjes". Evenmin is het mijn bedoeling te concurreren met websites over flora en fauna, de blog wil er een gespecialiseerde aanvulling op zijn, enerzijds broodnuchtere observatie en anderzijds zeer persoonlijk. Ik plaats alleen wat me voor de voeten komt en boeit, en dus zal je op deze blog ook zelden foto's van bomen in zijn geheel vinden. Uitzonderingen daargelaten en alleen als er een echte aanleiding toe is. Ik bied nu ook geen foto van de bladeren aan, want die lagen allemaal al verdord op de grond. Ook geen foto's van de vruchten, dubbele zaden in een semi boomerang vorm die ook wel "helikoptertjes" heten in de volksmond omdat ze een flink eind meegenomen kunnen worden door de wind.

Deze foto is eerder geplaatst vanwege de mossen en korstmossen die er op groeien. Het groen zijn de mossen (sporenplanten itt. zaadplanten) en de korstmossen schijnt een kwestie van een soort symbiose tussen 2 mechanismes te zijn. Dat is me in het afgelopen jaar al door 2 vrienden onafhankelijk van elkaar verteld, maar ik ben weer vergeten hoe het zat. Ik zou best wel vaker en uitgebreider over mossen en korstmossen willen schrijven want ik vind het zeer fascinerend, maar qua determinatie vind ik het erg moeilijk. En bovendien zijn ze zo klein dat ik het fotograferen ervan erg moeilijk vind.


GEWONE ESDOORN DEEL 1


Ook de foto in dit en het volgende bericht heb ik afgelopen zondag gemaakt op de Hekellaan. Van een Gewone Esdoorn. Acer Pseudoplatanus).

Langs de Hekellaan staan zowieso best veel bijzondere bomen. Soms alleen al bijzonder vanwege hun ouderdom. Hoewel het anderzijds zo schijnt te zijn dat er in 's-Hertogenbosch weinig echt oude bomen staan. Waarom dat zo is weet ik niet, de stad zelf is oud genoeg. De oudste bomen staan in de Casinotuin en de tuin van het huidige NoordBrabants Museum (het vroegere Gouvernements-

gebouw en voordat het museum werd ook nog een tijdje lang ambtswoning van de Brabantse Commissaris van de Koningin Dries van Agt) aan de Verwerstraat. Al die "ouwe" bomen zijn niet ouder dan ongeveer 1850. Anyway, dit zal dus ook best een "ouwtje" zijn , en qua oud zijn gaan ik dan af op de bast van de boom; schilferig, afbladerend plus de grote hoeveelheden korstmossen die er op groeien.

Esdoorns zijn een zeer grote familie van bomen en struiken die ook wel Ahorns genoemd worden. Van een specifiek soort (de Suikeresdoorn) wordt de Ahornsiroop gemaakt. Het blad is ook een symbool in de Canadese vlag (de Maple Leaf).

Ze komen vooral in alle 3 de noordelijke werelddelen in gematigde klimaten voor.
Voor een kaartje van het verspreidingsgebied zie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:Map_genus_Acer.png

Qua taxonomie is er onder biologen een verschil in opvatting tot welke bomenfamilie ze behoren. Volgens de klassieke opvatting tot de Esdoornfamilie (Aceraceae), volgdens de moderne leer tot de Zeepboomfamilie (Sapindaceae). Er zijn wel 120 soorten bekend en dan zijn ondersoorten en cultivars nog niet eens meegerekend.

In Nederland zijn maar 2 soorten inheems, de Spaanse Aak of Veldesdoom en deze Gewone Esdoorn die volgens bepaalde bronnen dan weer alleen in Limburg voorkomt (lijkt me totale onzin, maar de bronnen zijn soms ook onduidelijk over wat er bedoeld wordt). Erg verwarrend allemaal. Het woord Spaans voor iets wat inheems is en de naam Gewoon voor iets waarvan eigenlijk beweerd wordt haast zeldzaam te zijn. Taxonomie, nomenclatuur, geschiedenis, inheems, ingevoerd ? Allemaal zeer complexe materie in de wereld der botanie, veel meer dan in die van de zoologie. Daar ga ik in de winter maar eens wat meer theoretisch over schrijven voor de die-hards :)

In Nederland kom je nog veel meer soorten Esdoorns tegen maar dat zijn allemaal aangeplantte soorten en ondersoorten; de bekendsten zijn de Noorse en de Japanse, en hun oorsprong laat zich wonderwel raden :)

VRAAG / VERZOEK:
Weet iemand waarom er in 's-Hertogenbosch geen eeuwenoude bomen staan ?

GRAAG VIA "reacties" ONDERAAN HET BERICHT

maandag 8 oktober 2007


BESJES WILDE WINGERD


Ten eerste iedereen bedankt voor de reacties op de oproep over de Wingerd soorten.

Kort samengevat:

- in mijn tuin: Vijfbladige Wingerd
- in Schagen: Wilde Wingerd

In een van de laatste reacties attendeerde iemand me op de grote Wilde Wingerd tegen de muren van een grote oude fabriek aan de Parallelweg. En daar ben ik meteen wezen kijken. Ze zijn daar gigantisch groot en de takken ook erg dik, wat je op deze foto ook kunt zien.

Maar de eigenlijke aanleiding voor deze foto waren de blauwe besjes. Ik had die nog nooit eerder gezien, zelfs niet in boeken. Wellicht moet de struik eerst behoorlijk oud worden voordat die besjes (eigenlijk dus een soort druifjes) er aan komen.

GEENTE ZILVERLINDE DEEL 2


Een closeup van de enting. Als je de foto vergroot (klik er op) kan je op de meest rechtse knobbel een rood "goedje" zien dat er waarschijnlijk opgesmeerd is vanwege een verwonding aan de bast.

NB. geen verdere berichten of foto's van de boom, want de bladeren waren reeds afgevallen en verdord. De algehele herfstkleur van Lindebomen is napels geel.

GEENTE ZILVERLINDE DEEL 1


























Niet ver van de 2 Trompetbomen kwam ik op de Hekellaan ook deze grote geente Zilverlinde tegen. Hij staat ter hoogte van de zijstraat Van Deventherstraat, dus aan de zuid / oost ? - zijde van de Hekellaan langs een fietspad dat naar het Zuiderpark leidt.

De bovenstammen van deze Zilverlinde zijn geent op de stam van een Gewone Linde. De enting zie je op zowat 1 meter hoogte. De bobbelige vergroeiingen op die hoogte zijn het gevolg van het feit dat het bovenste stuk harder groeit dan het onderste stuk.

De boom is in de loop der jaren behoorlijk onderhouden, want de ovale holte die je op ongeveer 3 meter hoogte ziet is, vermoed ik, een litteken van een afgezaagde zijtak.

De Latijns-wetenschappelijke naam is Tilia Tomentosa. Ze komen van oorsprong voor in de Balkan, Turkije en de Oekraine met als noordelijkst groeigebied Hongarije. Misschien is dat laatste de verklaring voor het feit dat een ander exemplaar, achter de St. Janskathedraal en tegenover cafe De Keulse Kar, in de volksmond Hongaarse Zilverlinde genoemd wordt. Of is het toch een kruising (cultivar) die echt zo heet ?

zondag 7 oktober 2007


TROMPETBOOM DEEL 4


Een peulvrucht van de Trompetboom. Ik heb deze van de boom geplukt en is bij lange na nog niet rijp. Ze blijven namelijk de hele winter in de boom hangen. In deze vorm lijkt het net een reuzachtige spercieboon. In Amsterdam wordt ie vanwege de gelijkenis ook wel Palingboom genoemd.

TROMPETBOOM DEEL 3


De stam ziet er nogal ruw en schilferig uit. Als je er eenmaal op gaat letten hebben meer bomen dan alleen de plataan dat. Later deze week nog een voorbeeld van een boomsoort die dat heeft.

TROMPETBOOM DEEL 2



Het blad op deze foto is van gemiddelde grootte, zo'n 21 centimeter, gerekend langs de hoofdnerf en de steel niet meegerekend. Er zaten nog veel grotere bladeren aan de boom.

TROMPETBOOM DEEL 1



Ik ben vanmiddag weer op pad geweest met dit prachtige weer. Ik heb een viertal bijzondere bomen gefotografeerd. Ik zal 1 boom per dag behandelen, ook ieder weer in diverse delen. Om te beginnen dus de Trompetboom. Er staan 2 exemplaren op een brede stoep vlakbij waar ik vroeger woonde. De hoek van de Bethaniestraat en de Baselaarstraat.
Aan de rechterkant van de linkse boom zijn de peulvruchten te zien (zie ook volgend bericht en foto).

Het zijn zeer opvallende bomen, met name door de sensationeel grote lichtgroene bladeren (zie volgende bericht). Opvallend zijn ook de vruchten in de vorm van lange peulen en het feit dat ze een erg brede kroon hebben in verhouding tot hun hoogte. De boom ontleent zijn naam aan de vorm van de bloemen. Trompetboom is een familie naam van bomen, geen soortnaam (Bignoniaceae familie). De diverse soorten hebben verschillende kleuren bloemen. Verdere determinatie zal dus moeten wachten tot komend voorjaar.

Deze boomfamilie is afkomstig uit de zuidelijke delen van Noord-Amerika en Oost-Azie. In Nederland zijn de bomen via Engeland uit China geimporteerd.

zaterdag 6 oktober 2007


HERFST KLEUREN (DEEL 3)

Welke klimplant is dit ?


Een foto weer van An van een klimplant die tegen haar schutting in haar achtertuin groeit. De foto is vandaag gemaakt maar de plant vertoont al een week lang deze kleuren. Ik ken de plant wel degelijk maar weet niet de preciese soort. Als ik me goed herinner zijn de bladeren erg dun en kan je er bij fel tegenlicht zowat doorheen kijken. De grootte van de bladeren kan wel zo groot zijn als een gespreide hand. Wie weet kan An dat bevestigen.

Volgens mij is het 1 of andere Wingerd soort, maar welke ? Bij mijn eigen berichten over herfstkleuren plaatste ik foto's van de Valse Wingerd in mijn eigen tuin. Die vertoont dezelfde kleuren maar de bladeren zijn toch wat anders. Een blad bestaat daarbij uit 5 bladdelen, en bij deze is het 1 blad dat wat lijkt op die van enkele Esdoorn boomsoorten, maar ook op die van de Wijnstok, waaraan zoals ik al in een eerder bericht schreef naaste familie is.

Als het al een Wingerd is dan is het de bekendste Wingerd die ik al van vroeger ken. De Valse Wingerd ken ik pas sinds enkele jaren uit mijn eigen tuin. Bij die Nederlandse naam zou je ook verwachten dat het helemaal geen Wingerd is of er geen familie van is, maar dat is dus wel degelijk zo. Er is ook een Wilde Wingerd, en die naam is al even bedriegelijk want dat suggeert haast weer dat het een inheemse soort is. En geen van beide zijn inheems, maar er bestaan weer wel diverse cultivars / kruisingen Het zijn allebei ingevoerde sierplanten en intussen ook verwilderd. Het over het algemeen zo betrouwbare http://www.wilde-planten.nl/ beweert zelfs dat de Wilde en de Valse 1 en dezelfde soort is maar daar geloof ik eerlijkgezegd niks van.

En sorry dat ik het schrijf (aan wie dan ook), zoals zo vaak bakt de Nederlandse Wikipedia er ook weer niks van :( Die tonen vaak alleen de bloem van een plant of een struik of boom in zijn geheel. Heb je ook niks aan, tenminste niet als je het zo precies wilt uitzoeken als wij :)

En dan heb je nog Google :) Die vindt vooral 1001 lagere scholen die De Wingerd heten :)

Vandaar dus maar weer eens de hulp inroepen van lezers van deze blog :)

VRAAG / VERZOEK:
Weet iemand welke klimplant dit is ?

GRAAG VIA "reacties" ONDERAAN HET BERICHT

vrijdag 5 oktober 2007


SLAKKENSOORT NU BEKEND

De Kleine Wijngaardslak of Segrijnslak

Een poosje terug had ik een door An gemaakte foto geplaatst bij een bericht over Huisjesslakken en daarbij een vermoeden uitgesproken dat het wel eens een klein exemplaar van de Wijngaarslak zou kunnen zijn. En ja ik weet ook wel dat die groter kunnen zijn en uit Zuid Europa komen, maar ze zijn intussen ook in Nederland verwilderd en het had even goed een jonkie kunnen zijn. Ik vroeg ook om suggesties en er kwamen vier reacties met andere speculaties. Maar zover bleek ik er dus toch niet naast te zitten, want het blijkt de Kleine Wijngaardslak te zijn, ook bekend als Segrijnslak. In Latijns-wetenschappelijke termen de Cornu Aspersum en vroeger Helix Aspersa genoemd. Ook deze slak is niet inheems en is vanuit Zuid Europa hiet terechtgekomen via import van planten en groenten. Dit is ook het soort slak zoals ik ze van vroeger ken van de tuin in Zeeland. We hadden er soms heel veel, het was haast een plaag, en mijn moeder trapte ze dood met haar voet en ze droeg dan klompen en zoals An ook al in een reactie schrijf over het (per ongeluk) doodtrappen van naaktslakken hoor je dan een geluid, in het geval van een huisjesslak dus "kraak-spletz". Akelig om te zien en horen, maar ze waren werkelijk een plaag en vraten veel van de groente in de moestuin op, dus echt protesteren deed ik niet. Alles liever dan slakkengif gebruiken !

Ook heb ik eens een keer waargenomen dat een Merel zo'n slak bij zijn lijf te pakken kreeg (nog voordat de slak zich terugtrok in zijn huisje en het "deurtje" dichtdeed) en em dan in zijn bek meenam naar een tegelpad en net zo lang met het slakkenhuis op het steen sloeg tot de schelp openbrak en de Merel em kon oppeuzelen.

Iets soortgelijks doen ook Kokmeeuwen aan de kust met dijken met de grote zeeslak de Wulk. Het huis van de Wulk is veel dikker en harder en natuurlijk zijn ook Kokmeeuwen groter dan Merels maar het principe is hetzelfde. Die Meeuwen vingen dan de slak bij laag water als ie buiten zijn huisje was met zijn lichaam en de Kokmeeuwen gingen er dan mee de lucht in en lieten de Wulk vallen op de basaltblokken van de dijk, hopend dat ie zou openbarsten en indien dat niet bij de eerste keer succesvol werd dezelfde methode herhaald.

Kokmeeuwen zijn echte survivors, net als Blauwe Reigers en zich intussen zo aanpassen aan de stedelijke omgeving en het eetgedag van mensen dat ze liever brood, friet en frikandellen eten. Ik ben blij dat ik nog het echte natuurlijke eetgedrag zelf geobserveerd heb vroeger, ik heb ook wel eens reigers kikkers zien vangen of kleine visjes. Heerlijk om te zien !

Maar ik dwaal af en dreig te nostalgisch te worden.

N.B. Dank aan J. die me via foto's uit zijn tuin attendeerde op het huisjesslakken soort per email i.p.v. via een reactie. Helaas kan je op een blog geen reacties plaatsen met een foto erbij, en anderzijds had ik ook zelf al aangekondigd op het slakkensoort terug te komen, bij deze dus :)

donderdag 4 oktober 2007


WREEDHEID TEGEN DIEREN

Een herinnering uit mijn puberjaren

In een reactie werd geschreven over het levend koken van Alikruiken. Dat dat wreed zou zijn. Misschien wel, maar je kan er ook over discussieren of dergelijke "primitieve" dieren wel pijn voelen. Niemand, ook wetenschappers niet, kunnen dat met zekerheid zeggen.

Het meest wrede dat ik ooit meegemaakt heb was niet zozeer vanwege de pijn die het beestje misschien onderging, maar vanwege de totale onnodigheid ervan. Het gaat over krabben, toen ik het meemaakte was ik 15 of 16 ofzo. Nog voordat ik geinteresseerd werd in inheemse planten was ik in hoge mate geinteresseerd in ongewervelde zeedieren zoals weekdieren en kreefachtigen. Ik wist toen al dat kreefachtigen gemakkelijk zonder 1 of meerdere van hun poten kunnen. Ze heten ook wel tienpotigen, of Latijns-wetenschappelijk Decapoda. Ze hebben 8 (loop-)poten en 2 scharen. 1 van die scharen (de kleinste) is de vangschaar en de ander de kraakschaar (de grootste van de 2). Het is danook erg leuk om krabben (en ook kreeften) te zien eten. Ook is het zo dat krabben als ze tijdens gevechten met soortgenoten of door aanvallen voor vijanden een of meerdere van die poten kwijtraken is er niets aan de hand want ze groeien vanzelf weer aan. Verder kent iedereen wel krabben van het strand of van langs dijken, dat zijn over het algemeen strandkrabben, die lopen over het strand en poeltjes en ook over de zeebodem vlak bij de kust. Echt zwemmen kunnen ze niet, hooguit zich laten meedrijven door de stroming / golven. Maar je hebt in de Noordzee ook diverse soorten die zwemkrabben heten. Vrijwel alle Kreeftachtigen hebben aan hun 8 (loop-)poten scherpe punten maar zwemkrabben hebben aan hun achterste potenpaar een soort peddels waardoor ze een beetje kunnen zwemmen. Net al de meeste krabben laten ze zich ook meevoeren door de golven. Dat alles wist ik al voordat ik onderstaande meemaakte.

Maar eerst een aantal links:

Ter illustratie van die "peddels" bij zwemkrabben zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:Liocarcinus_marmoreus_2.png

Het grootste krabben soort dat in de Noordzee voorkomt is de Noordzeekrab die ook gevangen en gegeten:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Noordzeekrab
en
http://www.noordzee.nl/natuur/noordzeekrab.html

Op een najaarsdag mocht ik een keer mee met een vriend en zussen en hun ouders op een zeiltocht met een grote stalen boot vanuit Zierikzee de toen nog open Oosterschelde op waar dus toen nog volop getij was. De boot was niet van die mensen maar mocht geleend worden en ze konden zelf ook niet echt zeilen, dus ging er zo'n typische Zeeuwse zeebonk mee die alles in banen leidde en iedereen instrueerde. Na zo'n 20 km in westelijke richting de Oosterschelde op (dus richting Noordzee) ging het fors waaien en werd er besloten naar de haven terug te keren. Daar eenmaal aangemeerd liep die zeebonk het hele dek af om in hoekjes te controleren op zwemkrabben. Die waren door de flinke golven aan boord gespoeld. In plaats van ze gewoon over boord te gooien pakte ie ze op en draaide alle 10 poten van alle krabben uit met zijn grote kolenschoppen van handen, met een beweging alsof ie een stuk nat textiel uitwringde. En pas daarna gingen ze overboord. Zoals eerder gezegd gaan krabben daar niet van dood maar ze konden dus niet meer lopen of zwemmen laat staan eten. Hoe ze vervolgens aan hun einde kwamen laat zich gissen, hongersdood of zelf prooi geworden.

Ik had NOG een anecdote in dit bericht op het oog in de afgelopen dagen en daar wilde ik een technisch hoogstandje bij plaatsen en dat lukte me niet dus vandaar dat ik het nu pas afmaak en plaats. En toevallig merk ik een uur geleden dat het vandaag weer de jaarlijkse Werelddierendag is en las ik ook dat daarvoor 4 oktober is gekozen ooit omdat de de overlijdensdag was van Francisus van Assisie.

woensdag 3 oktober 2007


PERENRAS "CONFIRMED"

Ik was zojuist bij een supermarkt waar ze zowaar 3 perenrassen verkochten. Qua handperen de "Conference" (die heel langwerpig is) en de "Doyenne du Comice". En ook de stoofpeer "Gieser Wildeman". Die laatste 2 lijken qua uiterlijk veel op elkaar (al is de Gieser iets puntiger). Ik weet nu zeker dat de peren aan de boom in mijn tuin de Doyenne du Comice is. Wel waren de peren in mijn tuin groter dan die in de supermarkt.

zaterdag 29 september 2007


NAAKTSLAK


Hier een door An in haar voortuin gefotografeerde naaktslak. De foto is al van een poosje terug en er zijn sindsdien al meer foto's van de naaktslakken geschoten, maar heb toch voor deze gekozen omdat die het beste een aantal organen toont (lees daarover verderop meer).

Het roze en lichtbruine aan voor- en achterkant onder zijn lichaam zijn afgevallen bloemetjes van Springbalsemien. Zijn slijmspoor is linksboven te zien, haast haaks op zijn lichaam. Hij heeft dus een vrij scherpe bocht gemaakt :)

Het soort is de Gewone Wegslak, of ook wel Grote of Rode Wegslak genaamd. Latijns-wetenschappelijk naam Arion Ater Rufus.

Zoals 1 van de 3 Nederlandse namen al aangeeft zijn ze vaak rood, felrood en zelfs tot oranje toe, maar ook kleuren als bruin, grijsgroen en zwart komen voor.

Qua organen: "het gaatje" aan rechterkant van zijn lijf, achter zijn kop is zijn ademhalingsopening (in het Latijns: pneumostoma). Naaktslakken die op land leven hebben longen, de in zee levende hebben kieuwen. Wat betreft de 4 uitsteeksels op zijn kop: op de bovenste 2 zitten zijn ogen, de onderste 2 zijn tentakels. De ogen stellen echter weinig voor, ze zien niet veel meer dan licht en donker. Beide uitstekende organen op de kop kunnen worden uitgestoken en ingetrokken worden. Eigenlijk geldt dat voor zijn hele lijf en daarom is de grootte ook lastig aan te geven. Maximaal (in totaal "uitgerekte"versie) tot wel 20 cm. Het exemplaar op de foto is dus juist in de "ingetrokken" versie van het lichaam en meet ongeveer 7 cm. Via dat uitrekken en intrekken bewegen ze zich voort. In "ingetrokken" versie zijn ze dus kort en koddig dik. Als ze zich uitrekken lang en slank, en als ze zich bedreigd voelen rollen ze zich op tot een "balletje" om hun kwestbare onderkant te beschermen. Haast vergelijkbaar met egels :)

Het lichaam van slakken is heel waterig. De slijmerige huid zorgt er voor dat ze niet uitdrogen. De belangrijkste functie van het slijm is echter voor hun voortbeweging. Het plaveit hun weg min of meer, waardoor ze zich al glijdend gemakkelijk over het substraat kunnen voortbewegen. Als ze zich verticaal
willen voortbewegen, wat meer grip vereist dan horizontaal bewegen, wordt een ander soort slijm afgescheiden. Naast het vochtgehalte zijn slakken ook zeer gevoelig voor andere omgevingsinvloeden zoals temperatuur, lichtintensiteit en met name het zoutgehalte omdat dit van zeer grote invloed is op de vochthuishouding van hun waterige lichaam. Je zal naaktslakken daarom overdag weinig zien. Ze houden zich dan het liefst op op vochtige en beschutte plaatsen en afentoe komen ze tevoorschijn na een regenbui of bij extreem hoge luchtvochtigheid en op bewolkte dagen. Voor de rest zijn het nachtdieren. Bekend zijn hun slijmerige sporen die ze 's-nachts achterlaten en die je dan vroeg in de morgen nog vers kan aantreffen nadat ze zichzelf alweer hebben teruggetrokken.

Ze kunnen als ware veelvraten veel schade aanrichten in met name moestuinen want ze eten vooral kruidachtige planten, niet van heesters of bomen. Slakkengif is erg slecht voor de voedselketen want ze zijn zeer geliefd als voedsel bij veel diersoorten, met name vogels. Ik heb wel eens gehoord dat je slakken (ook huisjesslakken) gedurende hun nachtelijke tochten kan vangen door een potje in de tuin in te graven met de bovenrand ervan gelijk aan het grondoppervlak en daar vers bier in te doen, ze komen op de geur ervan af, kruipen er in en verdrinken vervolgens. Of de alcohol daar ook nog een rol bij speelt is me onduidelijk, dus of het niet toch een vorm van vergiftiging is die moet doorgaan voor biologisch ? Misschien is het ook wel een broodje aap uit de 70ies. Ik weet het niet, ik heb er geen ervaring mee. Ik heb het alleen van horen zeggen.

Huisjesslak


Deze huisjesslak is vandaag gefotografeerd door mijn nicht An in haar voortuin in Schagen.

Door de grootte (3 a hooguit 4 cm) van het slakkenhuisje en ook de vorm, tekening en aantal "draaiingen" vermoed ik dat het een Wijngaardslak is, maar ik weet het niet absoluut zeker. Zodra ik dat weet zal ik een apart bericht schrijven over die soort.

Eerst iets over slakken en landslakken in het algemeen want weinig mensen weten tot welke groep dieren in het dierenrijk ze behoren en ook hoe hun organen enzo in elkaar steken en ze zich tot andere "lagere" dieren verhouden.

Slakken is de meest gangbare naam maar de officiele naam is Buikpotigen, vanwege de gespierde onderkant waarmee ze kruipen ("lopen"). Hun lijf wordt ook wel hun "voet" genoemd. Slakken zijn een biologische 'stam' uit de biologische 'klasse' der Weekdieren. Weekdieren heten zo omdat hun eigenlijke lichaam "week" is. Naast de 'stam' Slakken zijn andere weekdier stammen de Tweeschelpigen (zoals wel die van het strand kennen) en Inktvissen. Het lichaam van Slakken en Tweeschelpigen (ook wel bekend als Mosselen, al is dat ook een naam voor een specifiek aantal soorten Tweeschelpigen. Het is eigenlijk iets wat bij hogere dieren een soort scelet is. Bij Tweeschelpigen is het een exo scelet (extern scelet). Zoook bij Landslakken. Bij in water levende slakken weer niet altijd. Maar je hebt ook Naakslakken die helemaal niets hebben van dien aard. De meeste Inktvissen hebben een interne schelp. Die heb je misschien wel eens op het strand gevonden. Langwerpige gevallen met een harde bovenlaag en daaronder een zachte kalklaag die vaak als voer opgehangen wordt in kooitjes van kanaries en parkieten. De meeste Inktvissen hebben 10 armen, een aantal andere Inktvissen (de Octopussen) hebben maar 8 armen (vandaar ook de naam) en die hebben weer geen scelet. Heel divers en ingewikkeld allemaal. Het enige wat alle Weekdieren gemeen hebben is het soort zenuwstelsel, de bloedsomloop en de ontwikkeling van het embryo. Daarnaast zijn er vooral veel verschillen.

Vanaf hier beperk ik me tot de Slakken. Ten eerste heb je huisjesslakken en naaktslakken. Beide leven zowel op het land als in het water. Tweeschelpigen en Inktvissen alleen in het water. Inktvissen zelfs alleen in zout water (zee).
Het leeuwendeel van alle slakken leven in het water en het merendeel daarvan weer in zee. Er bestaan in verhouding maar relatief weinig landslakken.

Verder heb je slakken die 2 geslachten hebben maar veelal zijn het hermafrodieten, d.w.z. ze hebben zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Slechts enkele soorten kunnen zichzelf bevruchten maar dit heeft als nadeel dat er geen uitwisseling van genen plaatsvindt.

Weer iets waarin sommige soorten slakken zich van elkaar onderscheiden is hun ademhaling, sommigen ademen via longen, andere weer via kieuwen. Ik kom daar in een volgend bericht op terug.

Nog iets wat varieert per soort is de draaiing van het huisje, dat is OF linksom OF rechtsom maar er zijn ook weer soorten waarbij beide voorkomt.

Landslakken met huisje kunnen meer dan 1 jaar oud worden en de winter overleven. Ze zoeken dan een beschutte plek en als hun lijf zich geheel in het huisje terugtrekt sluiten ze het af met een soort dekseltje, waarvoor ook een wetenschappelijke naam bestaat die ik niet bij de hand heb.

VRAAG / VERZOEK (2 zelfs):
- Weet iemand die wetenschappelijke naam van dat dekseltje ?
- Is het soort op bovenstaande foto de Wijngaardslak ('Escargot') ?

Graag via "reactie" onderaaan dit bericht.

ETYMOLOGIE: BOEK <-> BEUK































In een reactie op het BEUKEN BOMEN DEEL 2 bericht werd geschreven over het feit dat het woord "boek" etymologich afgeleid is van het woord "beuk". Een bron was er niet bij vermeld en dat bewoog mij er toe mijn eigen Etymologisch Woordenboek eens uit de kast te halen. Ik kijk er zelden in terwijl ik het boek al sinds 1977 heb. Het is de allereerste editie in grote gebonden vorm uit 1971, uitgeverij E.J. Brill uit Leiden. Auteur: Jan de Vries die allang dood is en die 2 levenswerken heeft achtergelaten: dit woordenboek en de vertaling van het oude middeleeuwse IJslandse sagenboek de Edda.

Omdat ik geen zin had het hele verhaal over te typen, hierbij een scan. Klik op de afbeelding voor een beter leesbare versie.

vrijdag 28 september 2007

HERFST- E.A. KLEUREN

Closeup van Valse Wingerd & Bonte Klimop































Hierbij een closeup foto van de (Valse ?) Wingerd tegen de wat minder "bewoekerde" rechter schutting. Op deze foto kan je de bladeren wat beter en van dichtbij zien. Rechts ook wat lichtgroene bladeren van jongere ranken en onderaan weer wat oudere en iets donkergroene bladeren.

De foto is ook een beetje bedoeld als visueel grapje en om leken een beetje op het verkeerde been te zetten; in het midden van de foto zie je ook andere kleine blaadjes die wat onscherp zijn. Donkergroen en lichtgeel gevlekt. Die zijn van de Bonte Klimop, en dat zijn geen herfstkleuren. Net als de Klimop die iedereen kent zijn de bladeren het hele jaar "groen" of beter gezegd de plant verliest zijn bladeren in de winter niet. De Bonte Klimop groeit ook niet in mijn eigen tuin, of beter gezegd: de wortels van de plant staan niet in mijn tuin. De takken / ranken van de plant groeien vanaf de buren mijn tuin in. Ik zal er komende winter nog wel eens betere foto's van maken en er over schrijven.

EERSTE HERFSTKLEUREN

(Valse ?) Wingerd in mijn tuin (tegen achterste schutting)


Een foto van vandaag van de bladeren van de Valse Wingerd tegen de schutting aan de achterzijde van mijn tuin. Ik doel op de plant met de kleine gele en rode blaadjes, een van de eerste struiken die in het najaar fraaie herfstkleuren toont. Ik vermoed dat het een cultivar is, want de bladeren zijn veel kleiner dan dat ik ze van vroeger gewend ben. Jonge blaadjes zijn heel lichtgroen (haast met een geel zweem) en hoe groter de bladeren worden hoe donkerder groen ze worden. De plant die ook wel Wilde Wingerd genoemd wordt is denk ik de non-cultivar die veel grotere bladeren heeft. Pas als takken groter worden verhouten ze. Ze staan bekend als klimplant maar de cultivar hier gaat pas klimmen als ie een hek, schutting of boomstam tegenkomt. In mijn tuin kruipt ie ook heel erg, als een ware woekeraar en kan meterslange ranken vormen. Het is ook een erg snelle groeier, bij wijze van spreken zou ie binnen een dag tijd je keuken binnen groeien als je de deur zou laten openstaan. Via een kier onder de schuurdeur heeft ie dat al geflikt. De plant komt van origine uit Noord-Amerika en is hier pas in de 19e eeuw ingevoerd. Latijns-wetenschappelijk naam: Parthenocissus inserta. De algemene Nederlandse naam Wingerd is een verkorting / verbastering van woord wijngaard en inderdaad is het naaste familie van de Wijnstok.

Meer info over de diverse soorten en cultivars, zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wingerd

maandag 24 september 2007


TRIVIA OVER PLANTEN

Bonifatius en het kappen van "heilige" eiken

Bij het eerste bericht over Eiken schreef iemand al een reactie, die ging over Eiken in oude voor-Christelijke culturen en godsdiensten.

Ik wilde daar zelf ook al over gaan schrijven maar heb al flink wat materiaal liggen en wil boomgeslachten per soort behandelen en ook een bepaalde volgorde aanhouden. Ook wil ik geen 10 berichten per dag plaatsen dus vandaar doe ik het pas nu, en dit is pas een deel 1. Er zal nog wel meer van dit soort berichten volgen :)

Bonifatius en het kappen van "heilige" eiken

In voor-Cristelijke tijden werd bij veel Germaanse en aanverwantte volkeren in Noord West Europa de Eik als een heilige boom gezien. Vanuit een soort van sjamanitsiche, animistische wereldbeschouwing / natuurgodsdienst die door het Christendom als heidens bestempeld wordt. Onzin in mijn ogen en en zeer zeker ook 1 van de grootste oorzaken waardoor het oerlandschap in Europa door de mens zelf om zeep is geholpen. Bepaalde Germaanse stammen associeerden een bepaalde godheid uit hun godenwereld met bomen. Zo werden er ter bestrijding veel van die bomen gekapt en de beroemdste is wel de Donareik. Een van de vele eiken waarvoor de vroege Engelse missionaris Bonifatius (ook wel gespeld als Bonifacius) verantwoordelijk kan worden gehouden, zie:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bonifatius_%28heilige%29#De_Donareik
en
http://nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:Donareik.jpg

40+ers hebben misschien nog wel op school geleerd dat Bonifatius daarvoor vermoord werd bij het Friese Dokkum in 754 (hij was toen al 79 jaar oud). Of het wel in Dokkum was of elders bestaat twijfel over en ook over zijn dood. Zie:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bonifatius_%28heilige%29#Bonifatius.27_dood

Over de vraag of ie wel echt vermoord is bestaat tegenwoordig twijfel. Wellicht is ie voor een primitief gerecht der Friese Germanen gedaagd voor heiligschennis (het kappen van heilige bomen) en daar niet komen opdagen. Volgens het Fries-Germaanse recht was niet komen opdagen het toegeven van schuld en op heiligschennis stond de doodstraf. Zie:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bonifatius_%28heilige%29#Dood_door_terechtstelling.3F

Hoe dan ook, de kerk van Rome waardeerde hem wel en verklaarde hem tot martelaar en heilige. Maar het Christendom heeft in 2 millenia wel meer van onze originele cultuur en natuur verpest danwel vernietigd. Tot op de dag van vandaag leren we dat de hele Westerse civilisatie afstamt van de Grieken en Romeinen (en een beetje van de Egyptenaren) maar bovenal te danken is aan het Christendom. Desondanks sijpelen er van die voor-Cristelijke tijden nog steeds wel tradities en overblijfselen door.