dinsdag 24 juni 2008


TEUNISBLOEM


Deel 3: bijna open bloemen


Nog een closeup van Teunisbloem bloemen.

Maar deze foto is een dag later gemaakt (op maandag 23 juni) en ook op een totaal andere locatie, dus wie weet is het ook wel een ander soort dan op de vorige foto's.

Sinds pas een paar uur geleden ken ik het onderscheid tussen de diverse soorten dankzij
http://nl.wikipedia.org/wiki/Teunisbloem#Taxonomie ben ik ervan overtuigd dat dit de Grote Teunisbloem is vanwege de roodachtige kelkbladeren die je op deze foto omlaag ziet hangen.

Verder wil ik ook vertellen dat bloemen van Teunisbloemen die dicht zijn, of omlaag hangen niet altijd zo goed als uitgebloeid zijn. Dat is alleen het geval als ze er verwelkt en verdroogd uitzien.

De bloemen gaan pas tegen de avond bij schemering ECHT open en daarvan getuigen ook de Engelse en Duitse naam van Teunisbloem:

Engels: Evening-Primrose.
Duits: Nachtkerze.

Tot slot nog enkel wetenswaardigheden die ik over Teunisbloemen las en waarvan ik niet echt het naadje van de kous weet:

- Dat er van de bloemen ook een gele verfstof wordt of werd gemaakt.
- Dat de bladeren van de plant in WOII gebruikt werden als alternatief voor Tabak.

TEUNISBLOEM

Deel 2: top van bloemstengel


Hierbij een closup van een exemplaar dat op dezelfde plek vlak naast het exemplaar in het vorige bericht staat.

Of die bovenste puntige dingen ook weer knoppen zijn waaruit later ook nog bloemen komen weet ik niet maar de Teunisbloemen kunnen wel gedurende lange periode bloeien; van begin juni tot diep in augustus.

Zoals ik al in het vorige bericht beschreef beginnen de bloemen onderaan de stengels en "werken zich dan geleidelijk aan naar boven toe".

In een volgende bericht nog meer info over de bloemen.

TEUNISBLOEM

Deel 1: bijna uitgebloeide plant



Deze plant is van origine afkomstig uit Amerika. Intussen is ie in heel Europa ingeburgerd tot zelfs in het Noorden in Finland.

Het Teunisbloemzaad is vanuit Noord-Amerika meegekomen met de grond die als ballast voor de schepen gebruikt werd en is vanuit de havens verder verspreid.

De eerste exemplaren van de plant arriveerden vanuit Virginia in 1614 in Padua, noordoost Italie. Ze werden voor het eerst omschreven door een Engelse botanicus in 1621. De plant vervolgens in vergetelheid en kwam pas "en masse" begin 1700 in Europa terecht op de wijze zoals hierboven beschreven en werd pas in 1749 door een Zweeds botanicus herontdekt.

Zo'n 15 jaar geleden kon je em ook wel als sierplant bij tuincentra kopen, maar intussen is ie dermate verwilderd dat je hem op veel plekken kan tegenkomen, vaak wel op droge zanderige grond en dit exemplaar vond ik ook weer langs de Citadellaan en de verklaring voor het feit dat ie op die plek groeit zal hetzelfde zijn als bij de Koningskaars uit het vorige bericht waar ie vlakbij groeit.

Intussen is de plant ook een landbouwgewas in bepaalde streken van Nederland. Je kunt er dan grote akkers vol mee zien staan wat er dan uitziet als een grote zee van gele bloemen. Uit het zaad wordt wordt olie geperst die gebruikt wordt in de farmaceutische en kosmetische industrie. Op grote schaal wordt dat bij mijn weten pas gedaan sinds de 80er jaren van de 20e eeuw. Veel boeren zijn er toen als vast gewas op overgeschakeld omdat het zaad een zeer lucratieve prijs oplevert, ook omdat de planten per hectare zeer veel zaad opleveren.

In het voorjaar / voorzomer krijgen ze vrij hoge stengels met knoppen en vanaf onderaan komen er dan bloemen uit en naarmate die uitgebloeid zijn komen de knoppen daarboven tot bloei en dat gaat zo een tijdje door totdat er onderaan zaaddozen zitten en de plant alleen nog bovenin nog bloemen zitten zoals op deze foto.

Er bestaan "in het wild" 5 soorten waarvan er 2 vrij zeldzaam zijn en alleen te vinden in specifieke gebieden. En volgens sommigen is 1 van die 5 zelfs een cultivar. En ook later zijn er nog diverse cultivars van gekweekt, maar of die bedoeld zijn als sierplanten of als landbouwgewas weet ik niet.

De overige 3 soorten die je vaak in het wild ziet lijken heel erg op elkaar en zijn:

Kleine Teunisbloem = Oenothera Parviflora (of Oenothera Deflexa).

Middelste Teunisbloem (= Oenothera Biennis).

Grote teunisbloem (= Oenothera Glazioviana (of Oenothera Erythrosepala)


Die naamstoevoegingen lijken in eerste instantie verwarrend want alle 3 de soorten kunnen wel anderhalve meter hoog worden. Die naamstoevoegingen hebben ook geen betrekking op de grootte van de planten zelf, maar voornamelijk op die van de grootte van de bloemen, al zitten er bij 2 soorten ook een overlappende marge in. Voor het onderscheid is er ook nog een verchil in lengte-breedte verhouding van de bladeren. zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Teunisbloem#Taxonomie

Dus wie op excursie gaat en wetenschappelijk te werk wilt gaan neme in het vervolg dus behalve een vergrootglas ook een rolmaat mee, en zelfs een rekenmachine :)

KONINGKAARS


Koningskaars is de officiele Nederlandse naam van deze autochtone plant. De Latijns-wetenschappelijke naam luidt Verbascum Thapsus.

Er zijn meer dan 5 soorten Kaarsen (in de volksmond ook weel Toortsen genoemd). De twee anderen die op dit soort lijken zijn de Keizerskaars en de Stalkaars maar gezien hun zeldzaamheid doet mij aannemen dat deze op de foto de Koningskaars is omdat die vrij algemeen is op vooral zand(-erige) grond.

Dit exemplaar staat langs de oever van de gracht rondom de Citadel langs de Citadellaan en vrij dicht bij het water, terwijl het zeer zeker geen oeverplant is van origine. Je zult em eerder aantreffen bovenop dijken. Dusik vermoed dat die oever waar dit exemplaar staat zanderig is.

Verder zie ik deze plant ook vaak als sierplant in tuinen en veel mensen vinden em mooi en ik vermoed niet in het minst om zijn grootte, want hij kan wel 2 meter hoog worden.

Bij veel mensen die em in de tuin hebben zal het gewoon dit inheemse soort zijn maar er bestaan ook diverse cultivars van. (Trouwens, cultivar betekent in deze context hetzelfde als hybride, kruising of ras.)

KAASJESKRUID Deel 2


Een ingezoomd deel van de vorige foto, een uitsnede dus. Dit om de bloemen beter te tonen.

KAASJESKRUID Deel 1


Maar welke soort ?

Jarenlang heb ik gedacht Kaasjeskruid is Kaasjeskruid, punt uit.

Enkele maanden geleden vond ik ook al Kaasjeskruid op het ruige terrein bij het ouwe Kruithuis langs de Citadellaan. Toen ik die in boeken ging opzoeken bleken er meerdere soorten te bestaan. De Kleine en de Grote en nog twee minder algemene soorten.

Nu opnieuw studerend denk ik dat die soort die ik daar vond de Kleine was.

Deze planten vond ik zondag 22 juni een paar honderd meter verderop aan de andere kant van de Citadellaan, langs het fietspad lang de gracht rondom de Citadel ter hoogte van het clubhuis van de Roeivereniging.

Ik twijfel bij dit soort tussen de Grote en de Vijfdelige, en die twijfel is gebaseerd op het niet goed kunnen zien van de bladeren want die verschilt nogal bij deze 2 soorten. Ik had verwacht dat ik het verschil zou kunnen zien aan de hand van de bloemen maar dat valt vies tegen.

Ik zal toch nog eens beter naa de bladeren moeten kijken, dus ik kom er nog een keer op terug.

Maar laat ik een en ander uitleggen over de verschillen tussen de bladeren van de 3 genoemde soorten:

Klein Kaasjeskruid (= Malva Neglecta) wordt tot 40 centimeter hoog en van alle soorten benadert de vorm van de bladeren het meest rond en maar een beetje gelobd.

Groot Kaasjeskruid (= Malva Sulvestris) kan wel een meter hoog worden, maar is dat lang niet altijd, dus kan ie ook net zo groot zijn als de Kleine. De vorm van de bladeren is wat duidelijker gelobd.

Deze 2 soorten lijken nogal op elkaar terwijl de Vijfdelige (= Malva Alcea). Die 5 heeft betrekking op de vorm van de bladeren die zeer diep ingesneden zijn en in botanische vaktermen "handvormig samengesteld" worden genoemd en met dat handvormig wordt bedoeld dat het blad uit 5 uitwaaierende delen besaat zoals de vingers van een hand.

Het 4e soort is Muskuskaaasjeskruid (= Malva Moschata) en ik meen dat te hebben zien staan als een sierplant in de tuin van een vriend. Dit soort heeft ook samengestelde bladeren maar nog veel dieper ingesneden. En ook heeft deze soort wat donkerder roze bloemen, en alle anderen hebben lichtroze bloemen.

En gesproken over sierplanten, ook de overbekende Stokroos die er qua uiterlijk heel erg op lijkt maar in alle aspecten veel groter is. Bij mij in de straat staan er 10tallen varierend qua kleur van licht- tot donkerroze en donkerrood en gewoon rood en zelfs zeer lichtgeel. Maar ze zijn zo groot en schreeuwerig opvallend qua bloemen dat ik het kitcherig vind en diverse planten hier in de straat zijn zowat 2 meter hoog.